768 Steun der bondgenoten van generaal Giraud, moest zich verplaatsen naar het gebied ten westen van Antwerpen om de linkervleugel van de Dyle-stelling aan de beneden Schelde veilig te stellen. Indien daartoe opdracht werd gegeven, hetgeen inderdaad op io mei geschiedde, moest het Vile Franse Leger oprukken naar Noord-Brabant, teneinde de verbinding tot stand te brengen tussen de linkervleugel van de Dyle- stelling en het Zuidfront van de Vesting Holland. Opgesteld in een ongeveer noord-zuid lopende lijn in de omgeving van Breda, met gemechaniseerde troepen vooruit, diende dit leger dan tevens Zeeland te beveiligen. Tegelijkertijd zou dan een bij het Franse marinecommando te Duinkerken ingedeelde divisie de kust ten westen van Breskens bezetten terwijl een detachement over zee naar Walcheren zou worden overgebracht. De O.L.Z. had de Franse Opperbevelhebber, generaal Gamelin, via de Neder landse militair attaché te Parijs reeds op 11 april in kennis gesteld van zijn voor nemen de Peel-Raamstelling1 niet krachtig te verdedigen. Ook de commandant van het Franse Noord-Oostfront (Generaal Georges) had de generalissimus er op gewezen, dat de vertragende acties van de Nederlandse troepen in Noord-Bra bant waren komen te vervallen, zodat er op moest worden gerekend dat de strijd ten noordoosten van Antwerpen zou moeten worden gevoerd in een voor de ver dediging ongunstig terrein. Desondanks meende generaal Gamelin dat het niet zeker was of het Nederlandse voornemen ook inderdaad zou worden uitgevoerd. In de dislocatie van de Nederlandse troepen was tot dusverre namelijk geen wijziging gebracht en Nederland mocht volgens hem niet zonder meer in de steek worden gelaten2. Dit in grote lijnen geschetste operatieplan moet de lezer reeds de overtuiging geven, dat aan de eventueel gezamenlijke uitvoering een intensief overleg zou hebben moeten voorafgaan. De Nederlandse neutraliteitspolitiek had een zo danig overleg echter onmogelijk gemaakt, zodat op 10 mei geen samenhang be stond tussen het Frans/Britse, het Belgische en het Nederlandse operatieplan. Teneinde de eventuele toekomstige bondgeno(o)t(en) bij het uitbreken van de oorlog onverwijld op de hoogte te kunnen stellen van onze plannen, werd be sloten om bij de Nederlandse gezantschappen te Berlijn, Brussel, Londen en 1 In het algemeen de lijnNederweert - Helenaveen - Grave. 2 Door dit namens hem gevoerde overleg, handelde de O.L.Z. in strijd met onze neutraliteitspoli tiek. Uit door de Belgen in januari 1940 buitgemaakte geheime Duitse documenten was echter duidelijk gebleken, dat de Duitsers een aanval op België en Nederland voorbereidden. Gezien dit bewijs van kwade trouw van Adolf Hitler, kon het laten varen van een al te scrupuleuze houding onzerzijds slechts als een daad van wijs beleid worden aangemerkt, hetgeen vanzelfsprekend nog niet wilde zeggen dat wij niet neutraal wensten te blijven. Ook van Belgische zijde is men na het be kend worden van de Duitse aanvalsplannen in overleg getreden met het Franse opperbevel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 242