778 Steun der bondgenoten zich meevoerden1. Tijdens het bombardement bleek, dat de vijand bij Waal haven luchtdoelartillerie had opgesteld, die accuraat schoot. Ondanks het hevige afweervuur keerden alle vliegtuigen op hun bases terug. Voorts opereerden Hawker Hurricane- en Bristol Blenheim-jagers die in zuid oost Engeland waren gestationeerd, in de namiddag en avond van 10 mei ter hoogte van de Nederlandse en de Belgische kust; zij maakten in totaal 44 vluchten. Op 11 mei werd boven het westelijke deel van ons land geen Britse luchtsteun ver leend; slechts jachtvliegtuigen voerden enige patrouillevluchten uit. De op het Air Ministry binnengekomen rapporten hadden uitgewezen, dat er bij Maastricht en ten zuiden van deze stad een vijandelijke doorbraak dreigde. Het was daarom noodzakelijk geworden de betrekkelijk zwakke bombardementsver- banden voor dit gebied te reserveren. Hier zal later op worden teruggekomen. Op deze dag verzocht kapitein Van Giessen de adjunct-luchtmachtattaché om Waalhaven opnieuw te laten bombarderen en dit bombardement in de nacht van 11 op 12 mei te laten herhalen. In verband met de verwarde toestand te Rotter dam en de mogelijkheid, dat door de Lichte Divisie nog in de loop van 12 mei een aanval zou worden gedaan op het vliegpark, verzocht hij tevens om de bom bardementen op 12 mei om 12.00 te laten eindigen. Ook drong hij er op aan, dat het Nederlandse opperbevel in kennis zou worden gesteld van de tijdstippen en de duur van de uit te voeren bombardementen. Hierdoor zou het mogelijk zijn om verliezen onder de eigen troepen te voorkomen. De adjunct-luchtmachtattaché deelde hem daarop mee, dat hij helaas voorlopig niets kon doen, omdat hij op zijn verzoeken om steun tot dusverre nog geen uit sluitsel had gekregen. Kapitein Van Giessen vroeg bovendien of het mogelijk was te bewerkstelligen, dat Britse jachtvliegtuigen bij het aanbreken van de dag boven Nederland aanwezig zouden zijn om tegen vijandelijke jacht- en bombar- deerverbanden te kunnen opereren. De Sectie G III van het A.H.K. kreeg deze dag om 13.00 telefonisch contact met de Nederlandse militair attaché te Brussel. Namens de O.L.Z. werd hem op gedragen alles in het werk te stellen om te bereiken, dat de O.L.Z. zo snel mogelijk de beschikking zou krijgen over tenminste twee Britse divisies èn de toezegging zou bekomen, dat Britse luchtstrijdkrachten zouden worden ingezet tegen Waal haven ter bestrijding van landende Duitse vliegtuigen. Voorts diende hij er op aan te dringen, dat de Franse troepen zo snel mogelijk zouden doorstoten in de richting van de Moerdijkbruggen. 1 Dit bombardement stichtte grote verwarring onder een groot aantal Nederlandse krijgsgevange nen, die waren opgesloten in een grote schuur bij de rand van het vliegpark.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 252