Steun der bondgenoten en hem te verzoeken bij de Britse regering te pleiten voor het stationeren van Britse vliegtuigverbanden op Nederlandse vliegvelden. Omdat de Britse vlieg tuigmotoren benzine van 100 octaan gebruikten, zou het tevens nodig zijn een tankschip met deze hoogwaardige benzine naar ons land te sturen. Toen Mr. Van Royen om 15.40 telefonisch contact kreeg met Londen, drong hij - op verzoek van de Chef van de Staf van het Co.Lvd. - tevens aan op een onver wijld groot bombardement op de hiervoren reeds genoemde objecten. Om de vijandelijke druk op de troepen bij de Grebbeberg te doen verminderen had de C.V. om 18.00 aan de O.L.Z. verzocht om een bombardement te laten uitvoeren op de westelijke rand van Wageningen en op de opmarswegen van daar naar de Grebbe, op plm. een mijl ten westen van Wageningen. Het bombarde ment zou op 13 mei om 3.45 moeten plaats vinden. Ook dit verzoek werd ge durende deze bespreking overgebracht aan de Britse attaché. Bovendien be klemtoonde men van Nederlandse zijde de noodzaak van een bombardement op de door de vijand geslagen bruggen bij Westervoort en Huissen, alsmede op de westelijke rand van Arnhem. Geen van deze bombardementen is echter uitge voerd. De dringende verzoeken aan de Britse attaché en aan de Britse regering te Londen om onverwijlde bijstand van de R.A.F., tonen duidelijk aan dat het uitgesloten werd geacht dat er zonder krachtige geallieerde luchtsteun nog een gunstige wending zou kunnen worden gegeven aan de strijd op de grond tegen een vijand, die heer en meester was in de lucht. In dit licht gezien, doen deze smeekbeden om steun wel tragisch aan. De verschillende verzoeken om bombardementen hadden tot gevolg, dat het vliegpark Waalhaven in de avond opnieuw door de R.A.F. werd gebombardeerd. Het bombardement werd uitgevoerd door zes Bristol Beaufort-bommenwerpers van het Nr. 22 Squadron en negen Fairy Swordfish-bommenwerpers van het Nr. 815 Squadron. Beide squadrons behoorden tot het Coastal Command. De vlieg tuigen waren voor dit bombardement om 19.50 gestart van het vliegveld Bircham Newton, waar zij om 22.50 weer behouden terugkeerden. Elk van de vijftien vliegtuigen wierp twee bommen van 225 kg1. Op 13 mei kon er moeilijk telefonisch contact worden verkregen met Engeland. Er moest uren worden gewacht voor er een verbinding tot stand kwam. Waaraan dit lange wachten moest worden toegeschreven is niet bekend. In de loop van de morgen deed zich zelfs het feit voor, dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken 1 Officiële benaming van de genoemde vliegtuigen: Bristol-152 Beaufort, Mk I en Fairy Swordfish, Mkl. 780

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 254