Uitvoering Duitse aanval
Evenals in Polen zou de Luftwaffe in het westen allereerst de opdracht ontvangen
om de vijandelijke luchtstrijdkrachten, meer in het bijzonder de bombardeer- en
de jachtvliegtuigverbanden door krachtige slagen te verzwakken en zo mogelijk
geheel uit te schakelen. Gelijktijdig zou zij het vijandelijke verkeersnet moeten
aanvallen om de operatieve beweeglijkheid van de vijand te verstoren, waarbij
in het geval 'West' de nieuwe opgave kwam om de scheepsverbindingen tussen
Engeland en het Europese vasteland zoveel mogelijk af te snijden. De zuiver
operatieve opgaven voor de Luftwaffe lagen dus vast1.
Doch naast deze operatieve opgaven zou de hoofdtaak van de Luftwaffe moeten
bestaan uit de direkte ondersteuning van het Leger en wel in het bijzonder daar
waar het Leger de zwaartepunten van zijn acties zou leggen. Het kwam er dus op
neer, dat een belangrijk deel van de beschikbare luchtstrijdkrachten al dade
lijk en niét pas na het volbrengen van de operatieve opgaven - gebonden zou
worden aan de operaties van het Leger.
Bovendien moesten - na het inzetten van het grote offensief de operatieve op
drachten geleidelijk worden verminderd om het Leger een maximum aan lucht
steun te kunnen geven.
In verband met de voorgenomen luchtlandingen zou de Luftwaffe gedurende de
eerste twee aanvalsdagen bijzondere opdrachten moeten vervullen, terwijl zij in
verband met haar territoriale taak - niet alleen het operatiegebied, maar ook het
moederland moest vrijwaren van luchtaanvallen.
De Commandanten van de Luftflotten 2 en 3 zouden dus tijdens de operaties
'zowel vooruit als achteruit moeten zien'.
Aangezien Duitsland niet over een strategische 'Bomberflotte' beschikte, dienden
zowel de operatieve opdrachten als de direkte ondersteuning van het Leger met
dezelfde middelen te worden uitgevoerd.
De moeilijkheden, die verbonden waren aan het met dezelfde middelen gelijk
tijdig uitvoeren van verschillende opgaven, vereisten van de gevechtsleiding onge
twijfeld soepelheid, initiatief en besluitvaardigheid.
De sterke tactische bindingen van de Luftwaffe aan het Leger maken een kort
overzicht van de voor het Leger ontworpen operaties noodzakelijk.
Het Duitse operatieplan tegen het westen droeg de naam 'Fall Gelb'. Volgens dit
plan zou de aanval op Nederland en België worden uitgevoerd door Legergroep
B, onder bevel van Generaloberst F. von Bock.
De zuidgrens van het operatiegebied van deze Legergroep liep noordelijk langs
1 In punt 4 van de 'Absichten und Aufgaben' van de C.-i8e Leger van 9 maart 1940 heet het:
'die Luftwaffe wird durch Sperrmassnahmen gegen die hollandischen und belgischen Hafen die
Landung feindlicher Streitkrafte an der hollandisch-belgisehen Küste verhindern'.
802