Uitvoering Duitse aanval Moerdijk en aanvankelijk ook van die bij Dordrecht. 'Groep Noord', onder bevel van de C.-I.R. 16, moest de bezetting van het door III./F.S.J.R. i ver overde vliegpark Waalhaven en van de bruggen bij Rotterdam overnemen en - in een iets later stadium - tevens de bezetting van de bruggen bij Dordrecht. Zwaartepunten van de actie van het Luchtlandingskorps waren ongetwijfeld de stad 's-Gravenhage en de bruggen bij de Moerdijk, terwijl voor Fl.Div. 7 de be zetting van het vliegpark Waalhaven, het enige landingsterrein binnen haar ge bied, van overwegend belang was. Door vordering van motorvoertuigen ter plaatse dienden de onderdelen te zorgen dat zij zich snel konden verplaatsen. Dit zou namelijk van groot belang zijn voor het tijdig aanvoeren van reserves. Flet behoeft overigens geen betoog, dat de ver voor het front van het 18e Leger uitgevoerde luchtlandingsoperatie slechts goede kans van slagen zou hebben, in dien de snel door Noord-Brabant oprukkende troepen van dit leger tijdig contact tot stand zouden kunnen brengen met het LL.-Korps. Daarom was het onbe schadigd in handen krijgen en het bezet houden van de Moerdijkbruggen van zo overwegend belang voor het welslagen van de gedurfde onderneming. Deze bruggen vormden voor het 18e Leger de toegangspoort tot de Vesting Holland en waren derhalve - tactisch-strategisch gezien - van meer direkte bete kenis dan het regerings- en militaire centrum 's-Gravenhage. Hoewel de taak van het Fl.Korps z.b.V. in punt 6 van het aanvalsbevel duidelijk is omschreven, worden het IVe en het VlIIe Fl.Korps van de Luftflotte 2 in dit bevel niet genoemd. Zij waren dus blijkbaar niet rechtstreeks betrokken bij de ope ratie tegen de Vesting Holland en de vraag rijst, welke taak zij dan wèl hadden. Volgens de voormalige Chef van de Staf van Luftflotte 2, General a.D. W. Speidel, had het IVe Fl.Korps tot taak doelen in het westen van België en in het noord westen van Frankrijk, alsmede doelen aan of voor de Kanaalkust aan te vallen, terwijl het VlIIe Fl.Korps was aangewezen voor het verlenen van direkte steun aan de operaties van het 6e Leger, meer in het bijzonder in en ten westen van de lijn Maastricht - Luik. De inzet van de drie hoofdonderdelen van Luftflotte 2 bood dus evenzovele zwaartepunten van actie, nl. 1 De aanvallen van de onderdelen van het Fl.Korps z.b.V. werden geconcen treerd op de Vesting Holland als voorbereiding en ter ondersteuning van de actie van het Luchtlandingskorps1; 1 Uit de bijlage no. 3 van de Aufmarschanweisung van het 18e Leger, dd. 9 maart 1940 blijkt, dat dit Leger betreffende de samenwerking met de Luftwaffe ook was aangewezen op het Fl.Korps z.b.V. In deze bijlage wordt de taak van generaal Putzier als volgt omschreven 816

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 290