Uitvoering Duitse aanval rijen 2 tl. zouden landen op Ypenburg. Op Ockenburg moesten landen één com pagnie valschermtroepen, twee compagnieën en een bataljonsstaf van I.R. 65 en de pantserafweercompagnie van I.R. 65, alsmede de staf van het A.R. 22, ter wijl op Valkenburg één compagnie valschermtroepen, het I.R. 47 (zonder de 13e compagnie), twee batterijen artillerie en één batterij 2 cm tl.1 zouden landen. De zwaartepunten van de actie tegen 's-Gravenhage lagen dus uitgesproken ten oosten en ten noorden van de stad. Men rekende er blijkbaar op, dat een deel van het ten oosten van de residentie, in de Valleistelling opgestelde Veldleger op of kort na 10 mei naar het westen zou worden gedirigeerd. Vandaar dan ook, dat - volgens punt 5 van het korpsbevel - de C.-22e LL.-Inf.Div. na de bezetting van 's-Gravenhage het zwaartepunt van zijn verdediging moest leggen aan de oostzijde van die stad. Voorts moest de General z.b.V. volgens punt 6 van dit bevel in een iets later stadium de wegen Utrecht - Leiden - 's-Gravenhage en Utrecht - Gouda - Rotterdam uit de lucht laten bewaken. Uit de omstandigheid, dat ook ten noorden van 's-Gravenhage een zwaartepunt van actie lag, blijkt dat het de vijand bekend was dat het I L.K., de strategische reserve van de O.L.Z., voor het grootste deel was gelegerd tussen Leiden en Haarlem. Het landings schema was derhalve logisch van opzet. In hoeverre het kon worden gerealiseerd, zal uit het vervolg blijken. Van de opdrachten, die aan de op elk der Luftlandeplatze gelande commandanten (resp. C.-I.R. 47 op Valkenburg, G.-II./I.R. 65 op Ockenburg en C.-I.R. 65 op Ypenburg) waren gegeven, is slechts die van de op Ockenburg gelande comman dant bewaard gebleven (zie bijlage no. 35). Diens opdracht hield het volgende in 'Het vliegveld Ockenburg nemen, het zodanig beveiligen, dat lan dingen tot en met de volgende dag verzekerd zijn, de uit 's-Graven hage naar het zuidwesten voerende wegen voor alle verkeer in beide richtingen afsluiten, te verkennen tegen de lijn Monster Poeldijk en de zuidrand van 's-Gravenhage en met de overblijvende, zo sterk mogelijke, op 10 mei gelande troepen zich gereed houden om op bevel van de D.C. van het zuidwesten uit naar het regeringscentrum door te stoten'. De commandanten van I.R. 47 en I.R. 65 op de beide andere landingsplaatsen zullen vermoedelijk opdrachten hebben gehad van ongeveer gelijke strekking. Volgens F.A. von Metsch in 'Die Geschichte der 22e Infanterie Division' had C.- I.R. 47 o.m. tot opdracht het vliegveld Valkenburg te veroveren en te beveiligen, 1 In de hier gegeven opsomming zijn de kleinere onderdelen buiten beschouwing gelaten. 822

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 296