846 Uitvoering Duitse aanval hem radioverbinding te krijgen met de C.-Luftflotte 2. Hij ontving daarop in de loop van de nacht bevel de opdracht 'Den Haag' te laten vallen en met alle be schikbare krachten door te stoten naar het zuiden en Rotterdam aan de noord zijde af te grendelen. Hoewel het aanvalsplan van de divisie - tactisch gezien - dus was mislukt, heeft het optreden van het gelande deel ervan toch een zeer ingrijpende invloed uitge oefend op het verloop van de strijd om en in de Vesting Holland. Niet alleen werd het 1L.K. gebonden, zodat het niet meer beschikbaar was voor eventuele ver sterking van bedreigde fronten, maar er moesten ook onderdelen van verschil lende depots operationeel worden ingezet. Voorts verplaatste de O.L.Z. troepen van het Veldleger ter sterkte van een infanterie-regiment en een batterij veldar tillerie van de Valleistelling per auto naar Leiden1, terwijl laat in de avond nog drie bataljons infanterie aan het Oostfront van de Vesting Holland werden ont trokken. Deze werden opgesteld te Amstelveen, Diemerbrug en Sloten. Laatstge noemde verplaatsing was ingegeven door de vrees voor luchtlandingen in de omgeving van Amsterdam. Doordat in de loop van 10 mei uit tal van plaatsen vaak schromelijk overdreven of zelfs geheel onjuiste meldingen binnenkwamen omtrent plaats gehad hebbende luchtlandingen, werd de sterkte van de gelande vijand aan Nederlandse zijde sterk overschat. Daarbij kwam nog, dat de betrekkelijk zwakke vijandelijke afdelingen van de meest moderne wapens waren voorzien en zeer stoutmoedig optraden. Zij slaagden er daardoor veelal in stand te houden tegen een numeriek veel sterkere, maar minder doelmatig bewapende Nederlandse tegenstander en wisten deze daarbij zelfs vrij zware verliezen toe te brengen2, Bovendien oefenden de talloze geruchten omtrent in Nederlandse uniformen geklede of op andere wijze vermom de valschermtroepen, het verraderlijk optreden van een vijfde colonne, e.d. een demoraliserende invloed op de verdedigers uit3. De commandanten van de vijf onafhankelijk van elkaar strijdende groepen ver keerden in de avond van de eerste gevechtsdag in een allerminst benijdenswaar dige positie. Zij hadden geen verbinding met elkaar, waardoor zij niet wisten hoe de strijd op andere plaatsen verliep. Ook konden zij onderling geen overleg plegen omtrent de gezamenlijk of afzonderlijk te volgen tactiek. Boven alles misten zij de 1 Een bataljon werd naar Rotterdam doorgestuurd, terwijl de batterij artillerie op 12 mei terug keerde naar het Veldleger. Andere troepen ter sterkte van een regiment infanterie, eveneens afkom stig van het Veldleger, werden naar Gouda-Rotterdam gedirigeerd. 2 Op io mei sneuvelden in de omgeving van 's-Gravenhage 328 Nederlandse militairen. 3 Enkele verdachte schietpartijen buiten beschouwing gelaten, is niets gebleken van het gewapend optreden van burgers. Een georganiseerd optreden van een Vijfde Colonne moet naar het rijk der fabelen worden verwezen. Zie hieromtrent 'De Duitse vijfde colonne in de tweede wereldoorlog', door Dr. L. de Jong (Academisch proefschrift 1953).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 320