Uitvoering Duitse aanval binden. Omdat nu echter als voornaamste doel was gesteld het doorbreken naar Rotterdam, zouden van 12 mei af alléén de groepen, die niet in staat zouden zijn om aan deze doorbraak mee te werken, moeten trachten door offensief op treden zoveel mogelijk Nederlandse troepen te blijven binden. In de avond van 11 mei besloot de C.-22e LL.-Inf.Div. - na de beëindiging van de gevechten op Ockenburg - de doorbraak naar Rotterdam te wagen. Zoals bekend, had hij zich met zijn ongeveer 360 man1 sterke groep in het bedekte terrein van 'Ockenrode' naar alle zijden ter verdediging ingericht. Omstreeks 22.30 verliet de 'Gruppe Sponeck', met medevoering van 40 krijgs gevangenen, haar opstelling en trok na het oversteken van de Monsterseweg dwars door de polders in zuidoostelijke richting. De afdeling bereikte omstreeks midder nacht de Poeldijkseweg tussen Poeldijk en Wateringen en zette langs deze weg de mars in de richting van Wateringen voort. In dit dorp waren o.m. het Stafkwar tier en het troependetachement van de Groep 's-Gravenhage van het Westfront van de Vesting Holland gelegerd. Aangezien de commandant van deze groep uitgebreide voorzorgsmaatregelen had genomen ter beveiliging van zijn staf kwartier tegen onverhoedse aanvallen, raakte de voorhoede van de groep Von Sponeck omstreeks 2.30 bij het binnentrekken van het dorp al spoedig in gevecht met Nederlandse bewakingsafdelingen. De Duitsers maakten zich van een aantal autobussen meester en vertrokken daarmee in zuidelijke richting naar Het Woud, onder achterlating van 80 valschermjagers, ter dekking van de aftocht. Hoewel in de loop van 12 mei van Nederlandse zijde werd getracht om de groep Von Sponeck in te sluiten, wist deze zich aan een omsingeling te onttrekken en via Den Hoorn, Zouteveen en Kethel door te stoten naar Overschie, waar zij zich verenigde met de door de Oberfeldarzt divisiearts) Wischhusen aangevoerde groep. De groep Valkenburg wist zich ondanks hevige artilleriebeschieting te hand haven, terwijl ook de groep Wassenaarse Slag in het bezit bleef van het door haar bezette terrein. Van de bij Hoek van Holland en ten oosten daarvan, in de omgeving van Staal duinen, gelande groepen is ongeveer de helft 100 man) krijgsgevangen ge maakt. De overgeblevenen van deze groepen (eveneens ongeveer 100 man), wisten zich tot de avond van de 14e mei schuil te houden in het Staalduinse Bos en tot de 15e mei in gecamoufleerde eenmansgaten in en bij de Oranjedijk. 1 In 'Die Deutsche Divisionen 1939-1945: die Geschichte der 22e Inf. Div.' door Friedrich August von Metzsch wordt een aantal van 200 genoemd. Oberlt. Ganz en Oberlt. Von Roon, die tot de groep behoorden, bevestigen echter het aantal van 360 man. 848

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 322