856
Uitvoering Duitse aanval
Nadat zij van de eerste schrik waren bekomen, namen verschillende Nederlandse
commandanten maatregelen van offensieve en van defensieve aard, doch van
samenwerking of van coördinatie van de maatregelen was aanvankelijk geen
sprake. In de loop van de dag verbeterde deze toestand. De Duitsers werden
teruggedrongen tot vlak bij het noordelijk einde van de bruggen en op de noor
delijke oever werd een Maasfront gevormd, van waaruit de rivier door het Neder
landse vuur kon worden bestreken.
In de loop van de morgen had de O.L.Z. I-io R.A. ter beschikking gesteld van de
Garnizoenscommandant. Deze afdeling kwam omstreeks 12.00 met twee batte
rijen in stelling bij de Kralingse Plas en verschoot op xo mei 675 granaten op
Waalhaven. Voorts onttrok de O.L.Z. aan het Veldleger (uit de Vallei-stelling)
troepen ter sterkte van één regiment infanterie. Deze kwamen op 11 mei omstreeks
i .30 te Rotterdam aan. Met inbegrip van het regiment infanterie, dat kort daarop
naar Leiden werd gedirigeerd, werden dus twee regimenten onttrokken aan de
Vallei-stelling. Tenslotte waren op bevel van de Chef van de Marinestaf vloot-
eenheden ingezet om de Maasbruggen en het vliegpark onder vuur te nemen.
In de loop van de dag landden er op Waalhaven of in de directe omgeving daar
van voorts nog: Staf en II./F.S.J.R. 2 (zonder 6./F.S.J.R. 2)de Staf en het I./ en
het II./I.R. 16; delen van 2./, 3./ en 7./I.R. 65, die niet meer in 'Raum den Haag'
konden landen; 4./A.R. 22, 4./I.R. 65, 13./I.R. 65, een gedeelte van 14./I.R. 65,
2./Fla 52 (verminderd met één laadeenheid), de Ille Zug van 2./San.Komp. 22
en één stuk geschut van 3./A.R. 221, welke onderdelen alle bestemd waren voor
'Raum den Haag', maar naar Waalhaven moesten uitwijken, en tenslotte 1./ en
2./Pi.Btl. 22 en San.Komp. 72. Op 10 mei zijn op Waalhaven in totaal 240
landingen geteld.
Hoe was nu de toestand bij de Fl.Div. 7 in de avond van 10 mei?
Generaal Student, die aanvankelijk een 1 500 m ten noordoosten van het vlieg
park gelegen commandopost had betrokken, verplaatste deze in de avond naar
Rijsoord, ongeveer halverwege Rotterdam en Zwijndrecht. Hij tastte volkomen
in het duister omtrent de toestand bij de 22e LL.-Inf.Div., doordat geen radio
verbinding kon worden verkregen met de divisiecommandant. Daar hij dus geen
1 De landing van een stuk geschut van 3./A.R. 22 is vermeld in het boek 'Die Geschichte der 22.
(Luftlande) Infanterie-Division' van A. von Metzsch, maar lijkt de auteur niet erg waarschijnlijk.
De landing van 3./A.R. 22 zou pas op 11 mei plaats hebben in 'Raum den Haag'. De Duitsers heb
ben op 10 mei getracht eerst de landingen van 10 mei geheel uit te voeren en zullen zeker geen
onderdelen van 11 mei hebben vervoerd, zolang de landingen van 1 o mei nog niet waren gereali
seerd.
2 Het is niet zeker of de gehele compagnie is geland. Het was vermoedelijk slechts een gedeelte er
van.