Uitvoering Duitse aanval
De C.-Lichte Divisie had op bevel van de C.-Vg.H. een bataljon wielrijders
(III-2 R.W.) naar Dordrecht gestuurd. Door gebruik te maken van het veer te
Papendrecht kwam het bataljon op 11 mei om i.oo in deze plaats aan. De B.C.
kreeg om 4.00 van de Kantonnementscommandant de opdracht op te rukken
naar de Zuidendijk, ten zuiden van Dubbeldam, en ter plaatse het personeel van
III-14 R.A. te versterken. De C.-III-2 R.W. wees twee van zijn drie compagnie-
en aan om deze opdracht uit te voeren. Daartoe versterkte hij beide compagnieën
met zware mitrailleurs. Bij de Zuidendijk aangekomen, werden de beide compag
nieën en het personeel van III-14 R.A. betrokken in een strijd tegen afspringende
en zich verzamelende valschermtroepen, welke strijd voor de Nederlandse troepen
succesvol verliep1.
Omstreeks 8.30 ontvingen de beide compagnieën opdracht in westelijke richting
op te rukken en een aanval te doen op het complex Zeehaven. De commandanten
der compagnieën besloten verschillende marswegen te nemen. De compagnie die
het complex vanuit het zuiden naderde, ontmoette geen vijand, maar wel troepen
van II-28 R.I., terwijl de andere compagnie die een marsweg in zuiver westelijke
richting had gekozen de eigen troepen voor Duitsers aanzag en hen onder vuur
nam. Na veel geroep en gezwaai kon dit vuren worden gestopt.
Hoe kwam II-28 R.I., dat behoorde tot de Groep Kil, bij de Zeehaven?
In de voormiddag van 10 mei had dit bataljon van de C.-Groep Kil opdracht
gekregen met behulp van het pontveer bij 's-Gravendeel de Dordtsche Kil over
te gaan en daarna over Amstelwijk - oprukkend tussen de spoorbaan en de woon
wijk Krispijn - door te stoten naar Dordrecht. Amstelwijk werd pas 's avonds
omstreeks 21.00 bereikt en bleek vrij van Duitsers te zijn. Om 24.00 werd de
mars in noordelijke richting voortgezet, waarbij - in afwijking van de ontvangen
opdracht - werd gemarcheerd langs de oude kunstweg.
Ten noorden van de Zeehaven gekomen, werd het bataljon beschoten, waarop
de B.C. besloot het daglicht af te wachten.
Het was nog maar nauwelijks licht geworden, of de voorhoedecompagnie werd
hevig onder vuur genomen. Deze compagnie raakte in paniek, vluchtte en wierp
de wapens weg. Ook bij de volgende compagnie ontstond grote verwarring,
toen zij vuur ontving. Onder deze omstandigheden kon van aanvallen geen
sprake meer zijn. De B.C. besloot dan ook het bedekte terrein bij de Zeehaven te
bezetten.
1 Meldingen spreken van dalende valschermtroepen bij Hendrik-Ido-Ambacht en op het Eiland
van Dordrecht. Deze valschermtroepen moeten hebben behoord tot i./F.S.J.R. 1, welke compagnie
als reserve in Duitsland was achtergehouden.
861