Uitvoering Duitse aanval Toen dit was gebeurd, volgde het reeds vermelde incident met de uit oostelijke richting oprukkende compagnie wielrijders. De twee compagnieën wielrijders kregen bevel terug te keren naar Dordrecht, terwijl de commandant van het bataljon infanterie, nadat enige malen telefonisch overleg was gepleegd met de Kantonnementscommandant te Dordrecht, op dracht ontving een aanval te doen in de richting van de beide bruggen. De Duitsers hadden intussen echter niet stil gezeten. De verplaatsing van III-2 R.W. was onderkend en dit was voor generaal StudentredenomlII./F.S.J.R. 1 dat tot nu toe het vliegpark Waalhaven had bezet gehouden - o.m. versterkt met eenheden van II./F.S.J.R. 2 en een sectie van de Sanitatskompanie 7, te laten aanvallen vóór de C.-II-28 R.I. zijn aanval kon beginnen. Ook thans maakten de Duitsers tijdens het oprukken weer gebruik van met witte vlaggen uitgeruste Nederlandse krijgsgevangenen, die zij voor zich uitdreven. In de namiddag werd het laatste groepje van het bataljon bij het Wieldrechtse Veer door de Duitse troepen uiteen geslagen. Zo mislukten dus de pogingen van II-28 R.I. en van III-2 R.W. om Dordrecht te ontzetten, mede ten gevolge van de omstandigheid dat de acties van beide onder delen niet waren gecoördineerd, terwijl de C.-II-28 R.I. eigenmachtig was afge weken van de hem opgedragen aanvalsrichting en bovendien te veel had getalmd. Een Nederlandse aanval in de vroege morgen van 11 mei, die werd uitgevoerd door vijf zich in de omgeving van Kop van 't Land en de Nieuwe Merwede be vindende secties infanterie1 en die ten doel had in samenwerking met de troepen, die waren opgesteld aan de Zuidendijk, de artillerieopstellingen van III-14 R.A. en I-i7 R.A. te heroveren, had aanvankelijk succes. Toen er echter artillerie- en mortiervuur werd ontvangen en er valschermtroepen in de omgeving afsprongen, kwam de aanval tot staan, 's Avonds werden de troepen teruggenomen tot achter de spoorlijn van Dordrecht naar Sliedrecht. Twee secties, die zich meer zuidelijk aan de Nieuwe Merwede bevonden, streden de gehele dag tegen de valschermtroepen, doch zij moesten zich de volgende morgen overgeven. De Lichte Divisie, die er op 11 mei dus niet in was geslaagd de westelijke oever van de Noord in handen te krijgen, ontving op dezelfde dag van de G.-Vesting Holland opdracht te trachten te voorkomen, dat de Duitsers op hun beurt de Noord zouden overschrijden. Met het gros van zijn divisie moest de C.-Lt.Div. het Eiland van Dordrecht van Duitsers zuiveren en vervolgens via 's-Gravendeel en de Barendrechtse brug oprukken naar Waalhaven. Tenslotte moest hij een 1 3-I-28 R.I., f 2-I-28 R.I., 1 j sectie zw.mitrs. en één sectie mortieren. 862

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 336