Uitvoering Duitse aanval 1 Geen veranderingen van betekenis in de vijandelijke havens waargenomen. De verkenning bracht tot dusver geen aanknopingspunten met betrekking tot de verplaatsing van Engelse en Franse troepen in Holland en België. 2 Inzet der Korpsen. IVe Fliegerkorps: zwaartepunt de strijd tegen vijandelijke weg- en spoorwegtrans porten en spoorwegemplacementen in het gebied Antwerpen - Gent-Couttrai - Roubaix - Lille - Tournai en Brussel door het uitvoeren van onregelmatige aan vallen tijdens de afgelopen nacht, zowel als in de voormiddag van heden. Boven dien aanvallen op de haveninstallaties en op schepen te Vlissingen, de vliegparken van Vlissingen en Hellevoetsluis1. De aanvallen werden door tweemotorige jacht vliegtuigen beschermd. General z.b.V.: zwaartepunt tijdens de morgenuren de rechtstreekse steun aan het Luchtlandingskorps. Aanvallen op vijandelijke colonnes in het gebiedTilburg - Oosterhout Zevenbergen - Roosendaal Wüstwezel - Turnhout, en het af werpen van voedsel en munitie. Luchtlandingskorps: Vliegpark Waalhaven en de bruggenhoofden Rotterdam, Dordrecht en Moerdijk vast in onze handen, VIIIe Fliegerkorps: IleFlakkorps: 3 Inzet van de jachtvliegdienst. Jagdjliegerführer 2: nam in de morgenuren de leiding van de bescherming der aan vallen en der luchttransporten van de General z.b.V. op zich2. Jachtvliegtuigeenheden van het VUIe Fliegerkorps beschermden het operatiegebied met het zwaartepunt bij Maastricht en vielen bezette vijandelijke vliegparken aan. Onderdelen van J.G. 1 vielen het oostelijke bruggenhoofd, steunpunten en mitrail leurnesten op de Afsluitdijk en het Marinevliegkamp De Mok aan. Z.G. 26 beschermde aanvallen van het IVe Fliegerkorps3. 1 Ongetwijfeld wordt hier bedoeld het kleine particuliere vliegterrein Oostvoorne, in de buurt waarvan op 10 mei drie G I'n (nos. 311, 328 en 329) van de 3e Ja.V.A. waren geland. 2 Hieruit blijkt, dat Jagdfliegerführer 2 eerst op 12 mei als zodanig bij het Fliegerkorps z.b.V. werd ingedeeld. 3 J.G. 1 behoorde tot het IVe Fliegerkorps, Z.G. 26 tot het Fliegerkorps z.b.V. Uit een en ander blijkt de grote flexibiliteit van de Duitse luchtstrijdkrachten. 870

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 344