Uitvoering Duitse aanval 4 Tegenstand van vijandelijke jachtvliegtuigen. Boven Nederlands en Belgisch gebied ten oosten van Brussel geen tegenstand van vijandelijke jachtvliegtuigen1, ten zuiden van dit gebied versterking van deze tegenstand door Engelse en Franse jachtvliegtuigen. Absoluut Duits luchtover- wicht. 5 Luchtafweer: Boven het gebied 's-Gravenhage - Amsterdam - Haarlem - Rot terdam - Moerdijk - Zeist en Utrecht sterk verminderd2. Het plan voor de inzet van Luftflotte 2 op 13 mei hield het volgende in 1 De General z.b. V. zal het luchtlandingskorps ondersteunen en van voedsel en munitie voorzien. 2 Het IVe Fliegerkorps zal met sterke krachten vijandelijke colonnes aanvallen, die uit zuidwestelijke en westelijke richting naar de lijn Antwerpen - Brussel oprukken. 3 Het VUIe Fliegerkorps heeft bevel aan te vallen in het gebied van het 6e Leger, met zwaartepunt vóór het pantserkorps op de zuidelijke vleugel. Na de eerste in zet staat het VUIe Fliegerkorps ter beschikking van Luftflotte 3. 4 Het Luchtlandingskorps bereidt de opruiming van de tegenstand in Rotterdam, de verbinding met de 22e LL.-Inf.Div. en de bezetting van 's-Gravenhage voor. Uit dit plan voor de inzet op 13 mei kan worden geconcluceerd, dat de operatie te gen Nederland, na het tot standkomen van de verbinding tussen het 18e Leger en het Luftlandekorps bij de Moerdijk, naar Duitse opvatting ten einde liep. Dit blijkt niet alleen uit de opdracht aan het LL.-Korps, maar ook uit het in punt 3 vermelde voornemen om het VII Ie Fliegerkorps ter beschikking te stellen van Luftflotte 3. Zoals bekend, had dit Fliegerkorps het 6e Leger ondersteund bij de doorbraak tussen Maastricht en Luik, terwijl ook de luchtlandingen bij de drie bruggen over het Albertkanaal, ten westen van Maastricht, en op het fort Eben Emael 1 Toch zijn er bij verschillende vluchten die dag 41 Nederlandse jachtvliegtuigen (G I, D XXI en D XVII) in de lucht geweest. Zij hebben tijdens hun vluchten geen Duitse vliegtuigen in de lucht ontmoet. 2 Dit lijkt op omkering der feiten. De Nederlandse luchtafweer had minder effect, omdat er die dag in het grootste gedeelte van dit gebied minder Duitse vliegtuigen aanwezig waren en de Duitse vliegtuigen, die er verschenen, veel hoger vlogen dan op de vorige dagen. Met uitzondering van de omgeving van Rotterdam en Moerdijk was er zeker niet minder luchtafweer dan op de vooraf gaande dagen. 871

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 345