887 Uitvoering Duitse aanval Intussen hadden generaal Schmidt, zijn Chef van de Staf, alsmede de generaals Student en Von Hubicki zich naar het Noorder-eiland begeven. Om ti-45 liet de O.L.Z. telefonisch aan de Kant.C. van Rotterdam meedelen, dat hij op het Duitse ulimatum moest antwoorden, dat slechts een behoorlijk ondertekend geschrift, dat bovendien de kwaliteit van de afzender vermeldde, in overweging kon worden genomen. Om 12.10 vertrok daarop de kapitein der genie J.D. Backer als parlementair met de volgende mededeling voor de Duitse commandant Rotterdam, 14 Mei 1940. An den Kommandant der Deutschen Truppen, Ich habe Ihren Brief empfangen. Dieser war nicht unterzeichnet und erwahnte nicht Ihren militarischen Rang. Bevor einen derartigen Vorschlag in überwagung nehmen zu können, musz dieser mich erreichen mit Ihrem militarischen Rang, Ihren Namen und Ihre Unterzeichnung versehen. Der Oberst-Kommandant der Truppen in Rotterdam, w.g. P.W. Scharroo. Kapitein Backer kwam om 12.15 aan in de Van der Takstraat op het Noorder eiland. Hij werd daar ontvangen door de C.-III./I.R. 16, die hem naar de zuid zijde van het eiland (Koninginnebrug) bracht, waar eerdergenoemde generaals zich ophielden. Het onderhoud vond plaats in een ijssalon. Om 13.20 (volgens de Duitsers om 12.50) vertrok de Nederlandse parlementair, voorzien van een schriftelijk ultimatum, waarin was aangegeven dat het antwoord de Duitse commandant uiterlijk om 16.20 moest hebben bereikt. Toen hij de ijs- salon verliet, verscheen er juist een vliegtuigeskader boven Feijenoord. Generaal Schmidt liet toen een rode seinpatroon afschieten. Toen de parlementair en de twee hem begeleidende Duitse officieren om 13.25 aankwamen bij de Willems brug, de verbinding met de noordelijke Maasoever, werd op last van een der twee Duitse officieren opnieuw een rode seinpatroon afgeschoten. Halverwege de brug keerden de beide Duitsers terug en op dat moment vielen de eerste bommen op Rotterdam. De gestelde overgave-voorwaarden, die door generaal Schmidt schriftelijk werden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 361