Uitvoering Duitse aanval
Hieruit zou kunnen blijken, dat het K.G. 541 op 14 mei niet onder rechtstreeks
bevel van de C.-Fl.Div. 7 stond, zoals in het bericht van de verbindingsofficier van
Luftflotte 2 bij Legergroep B was aangegeven.
Zijn in de nacht van 13 op 14 mei de bevelsverhoudingen met betrekking tot het
K.G. 54 dan misschien gewijzigd, zodat de C.-Fl.Div. 7 of de C.-XXXIXe
Legerkorps nog slechts voorstellen t.a.v. de inzet van dit K.G. konden indienen
bij de C.-Luftflotte 2?
Deze vraag moet wel in positieve zin worden beantwoord, vooral wanneer men in
het hiervoor reeds aangehaalde boek leest, dat tussen Göring en Kesselring vóór
de start van het K.G. 54 'stundenlange erregte2' telefoongesprekken plaats von
den, die handelden over de vraag öf, en zo ja, hoe die aanvallen moesten worden
uitgevoerd.
Göring en Kesselring waren het hieromtrent dus kennelijk oneens; waarvoor
anders die lange en opgewonden telefoongesprekken op een tijdstip, waarop -
blijkens het radiobevel van de C.-i8e Leger van 13 mei - voortmaken het parool
was ('nötigenfalls ist Vernichtung der Stadt zu bedrohen und durch zu führen').
Wanneer dan bovendien generaal Kesselring in zijn boek schrijft, dat hij de C.-
K.G. 54 er in het bijzonder op wees, dat niet alleen moest worden gelet op licht
signalen en herkenningstekens op het gevechtsveld, maar dat ook voortdurend
radioverbinding met het Luchtlandingskorps en met Luftflotte 2 moest worden
onderhouden, dan moet uit de inwilliging van het door generaal Student gedane
verzoek om steun door middel van een luchtbombardement op Rotterdam de
gevolgtrekking worden gemaakt, dat het in ieder geval niet generaal Kesselring
was, die een luchtbombardement op Rotterdam voorstond. Niet alleen de lange
opgewonden telefoongesprekken met Göring, doch ook zijn raadgevingen aan de
C.-K.G. 54, die evenzovele voorzorgen ter vermijding van een onnodig lucht
bombardement op Rotterdam inhielden, geven dat duidelijk aan.
Generaal-veldmaarschalk Göring - hierbij gedekt en gesterkt door de inhoud van
Hitiers directief no. 11 - moet dan ook, eerder dan wie ook, verantwoordelijk
worden gesteld voor het bombardement op Rotterdam. Deze mening wordt nog
versterkt bij lezing van het dagboek van de C.-Legergroep B, waarin o.m. melding
wordt gemaakt van een radiobevel van Göring aan het Luftflotte-Kommando 2.
Göring gaf daarin het bevel, dat moest worden doorgebroken naar generaal Von
Sponeck, die in Overschie zat ingesloten, zonder daarbij rekening te houden met capi
tulatie-onderhandelingen. Indien hij (Göring) niet onmiddellijk mededeling ontving
van het begin van bedoelde doorbraak, zou hij door een Kampfgeschwader tussen
17.20 en 18.20 een bomaanval op de stad laten uitvoeren.
1 Wij beperken ons tot het K.G. 54, omdat Rotterdam door dit onderdeel werd gebombardeerd.
2 erregte opgewonden, geagiteerde.
889