Uitvoering Duitse aanval 'Gelet op het feit, dat de verbinding met de chefs is verbroken en dat alle middelen ter verdediging thans zijn uitgeput, mede gelet op het ontzettende lijden, dat over de bevolking wordt gebracht, verklaar ik, als gemachtigde van de O.L.Z., dat ik Uw beslissing goedkeur en de verantwoording daarvoor overneem. Indien ik te1 niet terug ben, machtig ik U de capitulatie aan te gaan'. Luitenant-kolonel Wilson vertrok daarop naar 's-Gravenhage, terwijl kolonel Scharroo al zijn troepen bevel gaf het vuren te staken en nadere bevelen af te wachten. Hij begaf zich vervolgens met kapitein Backer naar het Noorder-eiland, waar hij om 15.50 (dus binnen de gestelde termijn van 16.20) aankwam, niet tegenstaande de omstandigheid dat de tocht door de brandende stad met grote moeilijkheden gepaard was gegaan. Kolonel Scharroo werd naar een graansilo bij de Maashaven geleid, waar de overgave van de stad plaats vond in tegenwoor digheid van de reeds eerder genoemde drie Duitse generaals. De Duitsers trokken daarop om 18.20 de brandende stad binnen. Thans nog het een en ander over het bombardement zelf. Generaal Kesselring vermeldt in zijn reeds eerder genoemde boek het verslag van de G.-K.G. 54 over het bombardement: 'Het K.G. 54, waarvan ik de commandant was, ontving van de toen malige generaal-majoor Putzier de opdracht de onder bevel van generaal Student voor Rotterdam liggende troepen te ondersteunen en wel zodanig, dat de Nederlandse tegenstander uit bepaalde delen van de stad, van waaruit hij de bruggen over de Maas flankeerde en tevens het oprukken van de Duitsers verhinderde, werd weggebom bardeerd. Tot dit doel was op een kaart aangegeven, welke doelen met bommen moesten worden belegd2. Kort vóór de start kwam van het Luftflotten-Kommando de medede ling aan het Geschwader, dat Student de overgave van de stad had geëist en in verband hiermede het bevel om een ander doel aan te vallen, indien Rotterdam zich in de tussentijd (tijdens de vlucht) mocht hebben overgegeven3. Als teken hiervoor zouden op het Maas eiland vóór Rotterdam rode seinpatronen worden afgeschoten. Ter 1 De juiste tijd is niet meer bekend. 2 Zie nevenstaande schets. 3 Eerder schrijft generaal Kesselring, dat het hem niet bekend was, dat er onderhandelingen gaande waren. Dit klopt dus niet met de verklaring van de C.-K.G. 54. 892

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 366