Uitvoering Duitse aanval was en het Geschwader nadrukkelijk was bevolen, er voor te zorgen slechts de op de kaart aangegeven doelen te treffen. Ik commandeerde de rechter formatie en daar er niets te zien was van rode lichtseinen op het Maaseiland, werd de aanval uitgevoeid. De bommen lagen precies in het bevolen gebied. De afweer vanaf de grond hield nagenoeg geheel op nadat de eerste bommen waren gevallen. De toenmalige Oberstleutnant Höhne, die de linker formatie com mandeerde, zag wel rode lichtseinen op het Maaseiland, draaide af en viel het hem opgegeven 'Ersatz'-doel aan. Toen ik na de landing telefonisch de melding over de vlucht aan ge neraal Putzier doorgaf, vroeg hij mij of wij geen rode lichtseinen boven het Maaseiland hadden gezien. Ik meldde hem dat de ïechtei colonne geen, de linker colonne enkele lichtseinen had gezien en vroeg of Rotterdam was gevallen. Daarop ontving ik ten antwoord, dat de verbinding met generaal Student weer was verbroken, Rotter dam blijkbaar niet was gevallen en dat het Geschwader onverwijld dezelfde aanval nog eenmaal moest uitvoeren. Het Geschwader startte voor de tweede maal, doch werd tijdens de vlucht radiografisch teruggeroepen, aangezien Rotterdam inmiddels was gevallen. Voorts verklaar ik, dat het bij de aanval slechts ging om een tactische aangelegenheid, nl. de ondersteuning door de Luftwaffe van een troep op de grond'. Waarom ontving de G.-K.G. 54 van de C.-Luftflotte 2 of van de C.- Fl.Div. 7 niet radiografisch het bericht, dat het bombardement op Rotterdam met moest wor den uitgevoerd? De Geschwadercommandant had volgens generaal Kesselring toch opdracht om radioverbinding met hem en met de C.-Fl.Div. 7 te ondei- houden? De C.-K.G. 54 rept in zijn verslag echter met geen woord over een der gelijke opdracht, terwijl generaal Kesselring in zijn boek schrijft, dat de verbin dingen herhaaldelijk uitvielen en dat dit uitvallen der verbindingen vooi hem een alledaags verschijnsel was geworden. De C.-III./I.R. 16 verklaarde, dat de pogingen om radiografisch contact met het Geschwader te verkrijgen mislukten, omdat de radiotelegrafisten van de vlieg tuigen met het oog op het komende bombardement hun sleep-antennes hadden ingedraaid, zodat alleen nog maar radiocontact binnen het Geschwader mogelijk was. Aangezien de sleep-antennes als regel pas kort vóór een bombardement werden ingedraaid, kan uit deze verklaring blijken dat er pas op het laatste ogenblik, toen het Geschwader dus reeds de omgeving van Rotterdam had bereikt, radiocon- 894

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 368