Uitvoering Duitse aanval Een verbindingsofficier van het 18e Leger zou bij de Staf van het Fliegerkorps z.b.V. worden gedetacheerd, terwijl een rechtstreekse telefoon- en radioverbin ding tussen beide eenheden werd tot stand gebracht. Tussen het XXVIe Leger korps en het K.G. 4 waren overeenkomstige verbindingsvoorzieningen getroffen. Bijlage 4 van eerder genoemde Aufmarschanweisung regelde de bijzonderheden, betreffende de strategische en de tactische luchtverkenningen. De zorg voor de strategische verkenning tegen België en Frankrijk had de C.-Legergroep B, terwijl de C.-i8e Leger met zijn (F) Staffel zou verkennen in het gebied ten noor den van de lijn: Venlo - Nederweert - Neerpelt - Moll - Gheel - Mechelen - Termonde - Neuzen1 - Vlissingen en westelijk van de lijn: oostrand van het IJsselmeer - Utrecht - Tilburg - Turnhout. De Cn. van het Xe en het XXVIe Legerkorps moesten de verkenningen in hun opmarsvakken verzorgen tot ten oosten van laatstgenoemde lijn. De opdrachten voor de (F) Staffel waren nauwkeurig omschreven; het ging daarbij vooral om de volgende punten (en vragen) a ten spoedigste trachten achter de houding van het Nederlandse Leger te komen b zenden de Geallieerden troepen naar Holland uit het gebied van Antwerpen? c wat doet de vijand in het gebied Hollandsch Diep - Vlissingen - Eindhoven - 's-Hertogenbosch? d waar bevinden zich tussen Peelheide en de kust sterk uitgebouw de en bezette stellingen? e vinden er vijandelijke troepenverplaatsingen plaats achter de Grebbe en het Oostfront van de Vesting Holland? f hebben er ontschepingen plaats in de havens van Vlissingen, Rotterdam, IJmuiden, Amsterdam en Den Helder? Fotografische serie-opnamen moesten o.m. gemaakt worden van het gebied Breukelen - Vianen (inundaties) en de overgangen over het Hollandsch Diep. De C.-Ie Cavaleriedivisie kon zich voor luchtverkenning rechtstreeks wenden tot de C.-(F) Staffel van het 18e Leger. Met betrekking tot de tactische Aufklarungsstaffeln van de beide legerkorpsen bepaalde de C.-i8e Leger, dat het Xe Legerkorps diende vast te stellen of zich sterke Nederlandse eenheden vóór de Grebbelinie bevonden en of het gros van de Nederlandse troepen zich in de Grebbelinie, dan wel in het Oostfront van de Vesting Holland bevond. Bovendien moest deze legerkorpscommandant de over- 1 In de duitse bescheiden (bevelen, verslagen, enz.) wordt Terneuzen steeds vermeld als: Neuzen. 907

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 381