Uitvoering Duitse aanval a of de stellingen aan het Maas-Waalkanaal, de Maas en in de Peel bezet waren en waar zich artillerie-opstellingen bevonden b of terugtochtsbewegingen uit deze stellingen waren te onderken nen en zo ja, in welke richting; c tot hoe ver de inundatie in de Peelheide zich naar het noorden uitstrekte. Gecontroleerd moest worden a de vorderingen van de Groep Grave1, waarbij de snelle bericht geving met betrekking tot de eventuele vernieling van de bruggen over het Maas-Waalkanaal en van de brug bij Grave van groot belang was b het oprukken van de 254e en de 256e Divisie. Het was van belang dat werd vastgesteld, of de spoorbruggen bij Mook en Gennep on beschadigd in Duitse handen waren gevallen; wanneer de eerste onderdelen van de divisie de Maas zouden hebben overschreden en wanneer de aanvalsspitsen de Peelstelling naderden. De grondtroepen hadden opdracht zich op verzoek der verkenningsvliegtuigen met de voorgeschreven tekens (veelal z.g. grondlappen) kenbaar te maken. Verder diende het antwoord op de volgende vragen te worden vastgesteld: a is de lijn Ravenstein - Uden bezet? waar zijn artillerie-opstel lingen?2; b zijn westelijk van deze lijn nog verdedigingsmaatregelen te onder kennen? welke? c zijn de overgangen over de Zuid-Willemsvaart vernield? welke niet d gaat de Lichte Divisie uit het gebied Tilburg - Eindhoven naar de Zuid-Willemsvaart? passeert zij deze in oostelijke of noordoostelijke richting? e marcheert de vijand (Peel-Divisie) over de lijn Bakel Helmond Eindhoven naar het noorden of naar het noordoosten? 1 Een afzonderlijke eenheid, die zich in het bezit moest stellen van de overgangen over het Maas- Waalkanaal en van de bruggen bij Grave en bij Ravenstein. 2 In de lijn Ravenstein - Uden was tijdens de mobilisatie-periode graafwerk verricht (reserve-stel- ling). 9°9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 383