Uitvoering Duitse aanval In de avond van 13 mei had de vijand - globaal genomen-in westelijk Noord- Brabant de lijn Klundert - Etten - Rijsbergen - Baerle-Nassau - Reusel bereikt. Het valt op, dat de Aufklarungsstaffel 4. (H) 21, die zowel voor het XXXIXe Legerkorps als voor het XXVIe Legerkorps verkenningsvluchten moest uitvoeren, voor het front van laatstgenoemd legerkorps maar een zeer ondiep waarnemings gebied was toegewezen, een enkele verkenningsvlucht naar Walcheren buiten beschouwing gelaten. Dit lag ongetwijfeld niet alleen aan de omstandigheid, dat de Staffel op 14 mei verkenningsvluchten voor twee legerkorpsen moest uitvoeren, maar dient o.a. ook in het bijzonder hieraan te worden toegeschreven, dat op deze dag de aanval op de Vesting Holland zou worden ingezet (dele Cavalerie divisie moet zich ter weerszijden van Stavoren gereedstellen voor de overgang over het IJsselmeer, het Xe Legerkorps moet zich zo spoedig mogelijk een uit gangsstelling veroveren voor de aanval op het Oostfront van de Vesting Holland en het XXXIXe Legerkorps moet zich in het bezit stellen van het zuidelijke deel van de Vesting Holland) Het XXVIe Legerkorps zou dus tijdens deze aanval de zuidelijke flank van het 18e Leger moeten beveiligen tegen een eventuele geallieerde tegenstoot uit de richting van de Vesting Antwerpen. De vrees voor een geallieerd tegenoffensief bestond dus nog steeds. In de avond van 14 mei was geheel westelijk Noord-Brabant in Duitse handen en de hals van Zuid-Beveland was afgegrendeld. In het bevel, dat de C.-i8e Leger op 14 mei om 16.20 deed uitgaan, dus vóór hem bekend was dat de Nederlandse troepen, behalve die in Zeeland, de wapens hadden neergelegd, werd de verdediging van de bruggen bij de Moerdijk, Dordrecht en Rotterdam tegen luchtaanvallen opgedragen aan de 'Llakgruppe Reimann'. Overigens kwam er geen wijziging in de grenzen voor de luchtver- kenning en de indeling van de luchtdoelartillerie. De 'Erdstaffeln' (grondechelons) van El.Div. 7 dienden zich - volgens punt 7 van dit bevel - in drie marsgroepen te verplaatsen, nl. groep A naar het gebied ten westen van 's-Hertogenbosch; groep B naar Xanten (ten westen van Wesel) en groep C naar Goch. Als gevolg van het staken van de vijandelijkheden is dit bevel niet meer tot uit voering gekomen. Thans volgt nog de beschrijving van de rol, die de Luftwaffe heeft gespeeld bij de aanval op Zeeland. 9:4

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 388