Uitvoering Duitse aanval gegen Raum Antwerpen - Gent - Brugge - Ostende. Nachmittags wurde Mass der Krafte, einschliesslich Jagdkrafte, im Raum vor 6. Armee zur Zerschlagung der Eisenbahnknotenpunkten eingesetzt'. De avondmelding van de Koluft 18 van diezelfde dag spreekt o.m. over ontvangen luchtafweer bij Middelburg en van de in de havens van Terneuzen en Vlis- singen liggende schepen, terwijl verder wordt gemeld dat het Kanaal door Zuid- Beveland om 11.45 door eigen troepen werd overschreden. Op 16 mei ging het eiland Tholen verloren en in de avond van die dag bereikten de Duitsers het oostelijk uiteinde van de Sloedam, waar de Franse troepen - min of meer overhaast - een klein bruggenhoofd hadden gevormd. De geringe belangstelling van de G.-XXVIe Legerkorps voor de actie Walcheren blijkt uit zijn korpsbevel voor 17 mei en ook uit de hierna volgende bevelen aan de Commandanten van de Aufklarungsstaffeln voor deze dag 4. (H) 21 gaat door met het uit de lucht fotograferen van het Noord en het Noordoost-front van de Vesting Antwerpen en verkent het gebied tussen Willemstad - Noordzeekust ten westen van Schouwen - Vlissingen, en de lijn Laurens - Antwerpen 4. (H) 23 verkent van de Waddeneilanden tot Hoek van Holland, en blijft in feite voor het Xe Legerkorps werken, dat in dit gebied o.m. met de kustverdediging is belast. Op 17 mei opende de Duitse artillerie reeds om 3.00 het vuur op de verdedigers van de Sloedam. Deze beschieting duurde de gehele voormiddag. Ook de Luft waffe liet zich niet onbetuigd en bombardeerde de stellingen ten westen van de Sloedam en de plaatsen Arnemuiden, Middelburg, Veere en Vlissingen, terwijl laag vliegende jachtvliegtuigen met hun boordwapens effectief ingrepen in de strijd op de grond. De eerste Duitse aanval op de Sloedam, die omstreeks 3.30 werd ingezet, werd afgeslagen, doch de tweede - die om 12.20 werd ondernomen - had succes, dank zij het onafgebroken en concentrische vuur van de Duitse artillerie op de Franse stellingen en de voortdurende steun van Duitse gevechtsvliegtuigen, die o.m. Arnemuiden, Nieuwland en de artillerieopstellingen ten westen daarvan met bommen en met het vuur van hun boordwapens bestookten. Toen de Duitse infanterie het westelijke einde van de dam bereikte, waren de verdedigers door de voorafgegane bombardementen en beschietingen zó gedemoraliseerd, dat zij öf versuft in hun onderkomen bleven öf in paniek wegvluchtten. De vijand zette daarop zijn opmars naar Vlissingen voort en omstreeks 19.00 9r9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 393