Samenvatting en nabeschouwing Bij de verkenningsgroepen was het verloop weer geheel anders en niet zo kata- strofaal. De vier verkenningsgroepen van 2 Lv.R. verloren maar een gering aantal vlieg tuigen. De He Verk.Gr. op het vliegpark Ypenburg heeft geen enkele rol kunnen spelen. Na de herovering van het vliegpark, was en bleef het landingsterrein van dit park versperd. Slechts twee C V vliegtuigen konden nog starten voor Ruigen- hoek, waar zij de Ille Verk.Gr. versterkten. Ook de IVe Verk.Gr., die op 10 mei naar het vliegpark Haamstede werd over geplaatst, heeft tijdens de gevechtsdagen praktisch geen rol gespeeld. Het waren derhalve de Ie en de Ille Verk.Gr., die tussen 10 en 15 mei tezamen met de CX'nvandeStrat.Ver.V.A. en de overgebleven T V-vliegtuigen van de Bom.V.A. - verkennings- en bombardementsopdrachten zouden uitvoeren, daarbij be schermd door het 'handjevol' overgebleven jachttoestellen. Het was vanzelfsprekend niet mogelijk met het kleine aantal jachtvliegtuigen na 10 mei boven het hart des lands een efficiënte luchtverdediging te organiseren. Slechts door het uitvoeren van luchtbombardementen, door indirecte luchtver dediging derhalve, kon de vijand nog afbreuk worden gedaan. Daarom werden op 10 mei en op de daarop volgende dagen, behalve de zeven T V'n ook de G V- en de G X-vliegtuigen voor dit doel ingezet, waarbij de resterende jachtvlieg tuigen werden gebruikt om deze vliegtuigen tijdens hun bombardementsopdrach ten te escorteren. Zo ontstond de heldhaftige en geïmproviseerde strijd van een kleine groep vlieg tuigbemanningen en technisch grondpersoneel tegen een overmachtige tegen stander. Hierbij gingen de zeven resterende T V'n en zoals bekend nog ver schillende andere vliegtuigen in de strijd ten onder. Het ontstellend gebrek aan moderne jachtvliegtuigen, die een vergelijking met de Messerschmitt-Me 109 of de Spitfire konden doorstaan, heeft velen meermalen de volgende vragen doen stellen Waarom werden de 26 Fokker-G I B ('Wasp') vliegtuigen, die voor Finland wer den gebouwd en in de mobilisatie door de Nederlandse regering werden overgenomen, niet eerder van een bewapening voorzien? Waarom werden slechts drie van deze toestellen eerst bewapend tijdens de ge vechtsdagen, toen ons 'het water reeds tot aan de lippen was gestegen'? Indien men alle facetten van dit probleem heeft bestudeerd, komt men tot de overtuiging, dat deze vragen de kern van de zaak niet raken. Wil men met zijn vraagstelling een verwijt tot uitdrukking brengen, dan dient men de vragen anders te formuleren. De kern ligt dan besloten in één vraag, nl. 'Waarom werden er bij zo grote oorlogsdreiging niet dadelijk een groter aantal dan 36 Fokker-G I.A ('Mercury') toestellen besteld?' 924

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 398