Samenvatting en nabeschouwing De door Finland bestelde 26 Fokker-G I.B ('Wasp') toestellen zouden - ook bij tijdige oplevering aan de Nederlandse regering - tenslotte slechts een toevallige bate zijn geweest. Het is zeker dat niemand een verwijt kan worden gemaakt van de te late bewape ning, want deze had beslist niet vóór 1 o mei plaats kunnen vinden. De normale gang van zaken was, dat men de wapens eerst kon bestellen, zodra tot de aankoop van een bepaald type vliegtuig was besloten, tenzij men reeds in het bezit was van de wapens en hiermede rekening hield bij zijn beslissing omtrent het aan te kopen vliegtuig, dat dan als het ware 'voor die aanwezige bewapening werd gebouwd'. Dit laatste was zeker niet het geval bij de G I.B. ('Wasp'). Dit type vliegtuig werd gebouwd voor Finland voor een bewapening met twee Oerlikon-kanonnen. Finland zou zelf voor deze Oerlikons zorgen en de toestellen zouden dan ook on bewapend worden afgeleverd. Toen rond 1 september 1939 door de Nederlandse regering een embargo op de uitvoer van deze 26 vliegtuigen werd gelegd, begonnen op 9 oktober d.a.v. met Fokkei de onderhandelingen over de aankoop door de Nederlandse regering van deze onbewapende vliegtuigen. De bewapening werd daardoor reeds direct een van de vele te overwinnen problemen. Niet alleen beschikte men in Nederland niet over de vereiste Oerlikons, maar ook waren de Nederlandse deskundigen voorstanders van een bewapening met mitrailleurs, zoals bij de Fokker-G I.A ('Mercury') hetgeen echter tevens een modificatie betekende voor de Fokker- G.I.B ('Wasp'). Alen kan niet stellen, dat de aflevering der vliegtuigen door de voorkeur voor mi trailleurs (met de daaraan vastzittende noodzakelijke verbouwing) werd ver traagd, want ook de keuze voor een bewapening met Oerlikons zou een bestel ling in het buitenland nodig hebben gemaakt. Het staat vast dat er meer kans was op een honoreren van een bestelling van FN-mitrailleurs dan op een aankoop van Oerlikons. Indien men hoofdstuk I aandachtig heeft gelezen, komt men tot dezelfde conclusie. De beslissing omtrent de aankoop van de 26 vliegtuigen werd eerst genomen op 17 april 1940, hoewel er reeds eerder twaalf (onbewapend) aan de Militaire Lucht vaart waren afgeleverd. Na die datum werd de bestelling van de FN-mitrailleurs pas mogelijk. Deze bestelling is vóór 10 mei 1940 echter niet meer gedaan. Maar ook al had men in afwijking van de gewone gang van zaken de wapens in de periode der onderhandelingen over de aankoop van de vliegtuigen besteld, dus tussen 9 oktober 1939 en 17 april 1940, dan nog zou men op 10 mei 1940 niet de beschikking over deze wapens hebben gehad. Uit hoofdstuk I blijkt voldoende, hoe dubieus het accepteren van wapenbestel- lingen door het buitenland na het uitbreken van de oorlogshandelingen in Europa 925

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 399