Samenvatting en nabeschouwing lijk bleek hoe ongeschikt de oude vuurmond met haar primitieve vuurleiding en de mitr. M.25 waren voor de moderne oorlogvoering. Het ontbreken van gevechtsdekkingen bij nagenoeg alle batterijen is ongetwijfeld niet bevorderlijk geweest voor het moreel van het personeel. Het was beslist een misplaatste bezuinigingsmaatregel, dat geen fondsen beschikbaar werden gesteld voor het maken van gevechtsdekkingen in de bestaande opstellingen. Deze mis plaatste zuinigheid heeft onnodig mensenlevens gekost. Desondanks heeft het personeel zich gehouden aan haar enkelvoudige, duidelijke gevechtsopdracht: 'Onder alle omstandigheden in de eerste plaats te blijven vuren'. Ook hebben de geschetste tekortkomingen de tijdens de opleidingsperiode bereikte teamgeest niet kunnen breken, getuige het feit dat het ontkomen perso neel van door de vijand uitgeschakelde batterijen, geschuts- of mitrailleuropstel lingen zich steeds weer meldde bij andere onderdelen van de luchtdoelartillerie om verder deel te nemen aan de strijd. 3 De verdediging van de vliegparken -velden Uit de gegeven orders en de getroffen maatregelen ter bestrijding van eventuele vijandelijke luchtlandingen is duidelijk gebleken, dat het Nederlandse opperbevel in de dagen vóór 10 mei 1940 - op grond van de ervaringen te Oslo - hoofdzake lijk rekening hield met de mogelijkheid van vijandelijke pogingen zich door middel van per vliegtuig aangevoerde troepen meester te maken van een aantal Neder landse vliegparken. Het gevaar van vijandelijke valschermjagers achtte men slechts beperkt en zag men voornamelijk in de vorm van sabotage, al of niet in samenwerking met een 'vijfde colonne'. Aan het parachutistengevaar in operationele zin werd slechts een geringe beteke nis toegekend. Zulks blijkt o.m. duidelijk uit een in 1939 - ter geruststelling van het Nederlandse volk - uitgegeven brochure, getiteld: 'Nederland is paraat', van de hand van generaal-majoor Jhr. J.T. Alting von Geusau, die in datzelfde jaar commandant was van het I L.K., het legerkorps dat bij het afslaan van de Duitse luchtlandingen rondom 's-Gravenhage zulk een belangrijke taak te vervullen zou krijgen. Daarin stelde de schrijver o.m. 'En dit geldt evenzeer voor de tot de luchtstrijdkrachten behorende parachutetroepen. Dit hypermoderne strijdmiddel, waarvan de werking op de meest schromelijke wijze overdreven wordt, kan niet anders beschouwd worden dan als een hulpmiddel. Het naar beneden laten springen van grote troepen mag in vredestijd bij wijze van proef wel eens enig resultaat gehad hebben, de voor naamste factor, nl. het mitrailleurvuur van de verdediger tegen de omlaag fladderende parachutisten, ontbrak daarbij. 929

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 403