Samenvatting en nabeschouwing
4 De voorbereiding van de vliegparkverdediging en het effect ervan
Hoewel de C.-Lvd. imperatief had voorgeschreven, dat alle mitrailleuropstel
lingen overdekt moesten zijn, is uit de voorafgaande hoofdstukken voldoende ge
bleken, dat men wegens gebrek aan fondsen vrijwel nergens rekening heeft kunnen
houden met dit voorschrift.
De soldaat heeft in de verdediging niet alleen een wapen nodig, maar hij verlangt
ook een opstelling, die voldoende dekking biedt tegen het vijandelijke vuur. Een
dergelijke opstelling werkt stimulerend op zijn moreel en verhoogt tevens de uit
werking van zijn vuur. Tegen dit simpele, eeuwenoude beginsel is ernstig gezon
digd bij de opzet van de verdediging van onze vliegparken, vliegvelden en hulp
vliegvelden.
Waar beschikten de commandanten ter plaatse over scherfvrije commandoposten?
Waar bestonden scherfvrije opstellingen voor het personeel der vliegtuigafdelingen
of vliegtuiggroepen, waarin het bij bombardementen of beschietingen niet alleen
dekking kon zoeken, doch waaruit eventueel ook kon worden deelgenomen aan
een mogelijke strijd op de grond? Op verschillende vliegparken zou spoedig een
aanvang worden gemaakt met de bouw van betonkazematten, waarom dus nog
extra geld uitgegeven voor de bouw van scherfvrije, voorlopige gevechtsopstel
lingen?
Daarbij komt nog, dat de met de verdediging van deze objecten belaste infanterie
onvoldoende was geoefend en onvoldoende was voorzien van moderne bewape
ning. De oorlogsvoorraad aan infanteriemunitie en aan handgranaten was zó be
perkt, dat maar zelden schietoefeningen konden worden gehouden, terwijl van het
oefenen met scherpe handgranaten zelfs in het geheel geen sprake kon zijn.
Het personeel van de tijdens de mobilisatie uit de infanteriedepots gevormde
zeven compagnieën bewakingstroepen bestond voor een belangrijk deel uit oudere
lichtingen, die sedert jaren niet meer onder de wapenen waren geweest en wier
geoefendheid derhalve gering was. Bovendien hadden deze compagnieën te
weinig kader en waren onvoldoende uitgerust met automatische wapens en met
munitie. Handgranaten mankeerden veelal, terwijl treinvoertuigen, koks en
keukenuitrusting niet aanwezig waren.
Tactisch bezien, waren de bewakingstroepen op de verschillende parken en velden
als regel te verspreid opgesteld, waardoor de bevelvoering van de bataljons- of de
compagniescommandanten werd bemoeilijkt en soms zelf onmogelijk werd ge
maakt. Zodoende kwam de feitelijke leiding tijdens het gevecht te rusten op de
schouders van reserve officieren-sectiecommandant en van dienstplichtige kader
leden, die wegens een te korte eerste oefeningstijd èn een te korte voortgezette
opleiding niet voldoende berekend waren voor deze zware taak.
Veel opstellingen gaven de indruk, dat de betrokken commandanten niet alleen
933