935 Samenvatting en nabeschouwing bijlage no. 4, de lijst van de tijdens de strijd in de meidagen gesneuvelde of aan de bekomen verwondingen overleden militairen. Als gevolg van de verrassende Duitse aanval op Denemarken en Noorwegen werd na 9 april 1940 ook door de Nederlandse legerleiding rekening gehouden met de mogelijkheid van een overval uit de lucht op onze vliegparken. Immers werd er kort daarop een bataljon onttrokken aan het Veldleger en werden twee bataljons onttrokken aan de strategische reserve van de O.L.Z., zijnde het I L.K. Zij werden belast met de verdediging van de vliegparken Waalhaven, Ypenburg en Soester- berg, terwijl op Schiphol een bataljon werd gestationeerd, dat afkomstig was van het Oostfront van de Vesting Holland. Op Waalhaven, op Ypenburg en op Schiphol werden bovendien pantserwagens aan de verdedigende troepen toege voegd. De bezetting van het vliegpark Ruigenhoek werd versterkt met een ti railleurcompagnie, die werd afgestaan door het I L.K., terwijl twee tirailleurcom pagnieën en een sectie zware mitrailleurs, eveneens afkomstig van genoemd legerkorps, werden belast met de bewaking van het vliegveld Valkenburg. Van de zeven compagnieën bewakingstroepen, die ter beschikking van de C.- Lvd. waren gesteld, bevonden er zich op 10 mei twee op het vliegpark Bergen, twee op het vliegpark Gilze-Rijen en één op elk van de vliegparken Ruigenhoek, Haamstede en Hilversum. Een overzicht van de dislocatie van de bewakings troepen is neergelegd in de bijlage no. 18. Niettegenstaande er dus tijdig maatregelen werden getroffen tegen een verrassen de aanslag op een of meer van onze vliegparken (-velden), waren de sterkte van de tegen ons land ingezette valscherm- en luchtlandingstroepen, de gekozen aan valsdoelen en de strategische conceptie, die daaraan ten grondslag lag, op 10 mei een volkomen verrassing voor de Nederlandse legerleiding1. Dit vloeide voort uit het gebrek aan visie met betrekking tot de mogelijkheid van een strategische overval uit de lucht op de Vesting Holland (zie hetgeen daaromtrent hiervoren reeds werd vermeld) Dat deze uiterst gewaagde operatie in het gebied Waalhaven - Moerdijk kon slagen, was o.m. een gevolg van het gemis aan een geconcentreerd opgestelde reserve in dit gebied. De weinige troepen, die de Moerdijkbruggen bewaakten, waren niet tijdig gealarmeerd, terwijl de munitie zich niet bij de man bevond, doch compagniesgewijze was opgeslagen. De slagsnoerleidingen, die moesten 1 De beweringen van General der Flieger a.D. Wilhelm Speidel en Majora.D. Werner Pissin in hun respectievelijke studiesDer Westfeldzug 19391940' en 'Der Einsatz der Luftlandetruppen im Wes ten 1940', dat de Duitse plannen en het tijdstip van uitvoering bekend waren en de Duitsers daar door een goed voorbereide en gewaarschuwde vijand tegenover zich vonden, staan hier diametraal tegenover en zijn beslist onjuist. Deze beweringen kunnen dan ook alleen worden verklaard als 'een goedpraten achteraf' van het Duitse echec rondom 's-Gravenhage.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 409