Samenvatting en nabeschouwing 4 Fokker-D XXI éénmotorige jagers; 5 Fokker-D XVII éénmotorige jagers; 1 Douglas-8A 3N vliegtuig en 2 Koolhoven-FK 51 lichte verkenners. Op 14 mei 1940, op het tijdstip waarop de wapens werden neergelegd, hadden de luchtstrijdkrachten derhalve een totaal verlies geleden van 94 gevechtsgerede vliegtuigen en beschikte het Co. Lvd. nog over 45 vliegtuigen1, ongeveer een derde gedeelte van de oorspronkelijke sterkte. Het grootste gedeelte hiervan heeft men eigenhandig in brand gestoken2. Het aantal totaal vernietigde Duitse vliegtuigen (231) had nog veel groter kunnen zijn. Als voorbeeld moge daartoe het volgende dienen. Bij de herovering van de vliegvelden Valkenburg en Ockenburg heeft men er aan Nederlandse zijde blijk baar niet aan gedacht om de tientallen daar staande Ju's 52 in brand te steken, de eenvoudigste en meest afdoende manier van vernielen. Op het hulpvliegveld Ockenburg had men bijvoorbeeld de vliegtuigen van dit type onklaar gemaakt door de accu-batterijen te verwijderen en deze op te bergen in het gebouw, waar in de Inspectie der Militaire Luchtvaart was gehuisvest. Dat deze wijze van on bruikbaar maken de vijand slechts weinig overlast heeft bezorgd, is duidelijk. Als verontschuldiging zou kunnen dienen, dat velen zelfs toen nog niet beseften, wat het begrip 'oorlog' eigenlijk inhield. 1 Hierbij inbegrepen de twee Fokker-C X'n, die naar het zuiden uitweken. 2 Helaas zijn anders dan bij de Marine Luchtvaartdienst (M.L.D.) om reeds bekende redenen geen gevechtsgerede vliegtuigen naar Engeland ontkomen, waardoor het ook niet mogelijk was om direct een onderdeel actiefin te zetten in dat land. Het duurde tot 12 juni 1943 (oprichting van het Nr. 322 (Dutch) Spitfire Squadron), eer van een bescheiden herleving van de Militaire Luchtvaart sprake was. Waarom geen vliegtuigen naar Engeland zijn vertrokken is voldoende belicht in de hoofdstukken II, III en IV. De 7 Fokker-S IV en de 15 Fokker-S IX lesvliegtuigen, die van Vlis- singen naar Frankrijk waren gevlogen, alsmede de Fokker-C X'n, nos. 700 en 7°5? die a^e Engeland eventueel hadden kunnen bereiken, moesten - voor zover zij onderweg niet waren verongelukt - ech ter op 22 mei 1940 worden achtergelaten op het vliegpark van Caen (Fr.). De enige vliegtuigen van de Militaire luchtvaart, die Engeland hebben bereikt na de capitulatie, waren voor zover kon worden nagegaan de Havilland 'Leopard' Moth, no. 964 en de Koolhoven- FK 43, no. 965. Het waren beiden civiele vliegtuigen, resp. geregistreerd PH-HJP en PH-ASN, die op 17 oktober 1939 werden gevorderd en als militaire vliegtuigen geregistreerd. De no. 964 was be stemd voor de Inspecteur der Militaire Luchtvaart en de no. 965, een luchttaxi van de K.L.M. ('Non vlinder') werd geplaatst in de reserve van het Lv.B. Beide vliegtuigen werden in Engeland in dienst gesteld bij de R.A.F., respectievelijk onder no. AP 598 en no. MX 459. De AP 598 (de D.H. 'Leopard' Moth) is op 16 april 1941 nabij Seaton (Devon) in zee verongelukt. De MX 459 (Koolhoven) daarentegen heeft de oorlog 'overleefd'. Het werd op 21 november 1945 weer overgedragen aan de Nederlandse regering en deed later onder registratie PH-NAU weer dienst bij de K.L.M. 942

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 416