58°
De Luchtdoelartillerie
gelijke binnenlandse vijand. Een extra aansporing voor kapitein Oortmerssen om
deze te wijzigen, was het bericht dat vijandelijke watervliegtuigen op de Maas zou
den zijn geland, ter weerszijden van de Maasbruggen. De in de vliegtuigen ver
voerde infanterie zou deze bruggen hebben bezet. Omdat de bruggen, in rechte
lijn gemeten, op 900 m afstand van het P.T.T.-kantoor lagen, was er voor hem alle
reden maatregelen te nemen voor de bestrijding van een goed bewapende buiten
landse vijand. Hij liet daarom het stratencomplex rond het gebouw ontruimen en
legde het verkeer stil. De bewoners gelastte hij binnen te blijven en de ramen ge
sloten te houden. Posten en patrouilles controleerden of de gegeven orders werden
opgevolgd en schiepen zo een klein stukje Rotterdam, dat van de rest van de stad
was afgesloten. De C.C. stelde vier lt.mitrs. op de Coolsingel op en twee van deze
automatische wapens achter het P.T.T.-kantoor, in de Roodezandstraat. Daartoe
liet hij met behulp van klinkers, zandzakken en prikkeldraad gevechtsopstellingen
inrichten. Zijn commandopost vestigde hij op het terras van een der verlaten
café's tegenover het P.T.T.-gebouw.
Al deze maatregelen en werkzaamheden vereisten de inzet van de gehele compag
nie. Het was dus te voorzien, dat het personeel de komende dagen dag en nacht in
de weer zou zijn en onvoldoende rust zou krijgen. Aan de herhaalde verzoeken
van kapitein Oortmerssen aan de Kant.C., kolonel P.W. Scharroo, om verster
king van zijn compagnie, kon geen gevolg worden gegeven. Na de derde oorlogs
dag moest hij daarom overgaan tot een andere indeling van de dienst, zodat van
toen af het personeel, althans een deel ervan, gekleed kon rusten. De gevechts-
waarde van de compagnie was toen echter door oververmoeidheid reeds aanmerke
lijk gedaald.
Het naast het P.T.T.-gebouw gelegen stadhuis had in de vroege morgen van 10
mei geen militaire bewaking. Omstreeks 5.00 waren de Commandant van de
Groep Rotterdam van het V.L.K.Lwd. en zijn opvolger aangekomen op het
groepsbureau in het stadhuis. De Groeps-C. gedroeg zich zeer zenuwachtig. Tele
fonisch stelde hij zich in verbinding met de Kant.C. om een bewakingsdetache
ment te verkrijgen. Vervolgens begaf hij zich met zijn opvolger op straat, teneinde
voorbijgangers te controleren en auto's te onderzoeken.
Omstreeks 7.00 meldde zich een cadet-vaandrig bij de Groeps-C. met een detache
ment van 35 man1 van het Depot Genietroepen om het groepsbureau te bewaken.
Om een zekere samenhang te brengen in de bewaking van de twee naast elkaar ge
legen gebouwen, nam de vaandrig contact op met de C.-6e Dep. Comp.Bew.Tr.
Sinds weken waren de ramen van het groepsbureau met zandzakken geblindeerd
en de vaandrig maakte schietgaten door verwijdering van enkele van deze zand
zakken. In feite trad echter kapitein Casteleyn en niet de vaandrig op als detache-
1 Andere bronnen vermelden 20 man.