De Luchtdoelartillerie 's-Gravenhage en daarvan kennis te geven aan de C.-Lvd. Omdat deze door de O.L.Z. - onder handhaving in zijn functie van C.-Lvd. - was toegevoegd aan de Commandant van de Vesting Holland en telefonisch niet direct bereikbaar bleek, stelde de Kr.C. de Chef van de Staf van het Co.-Lvd., kolonel Wilmar, in kennis van zijn voornemen. Kolonel Wilmar opperde geen bezwaar tegen de voorgestelde verplaatsing. De C.-Lvd., vernam pas van de verplaatsing nadat deze reeds was uitgevoerd. Op 12 mei maakte zich omstreeks i.oo van het personeel van het H.L.B. opnieuw grote onrust meester. Er gingen toen geruchten, dat de vijand het P.T.T.-gebouw reeds zeer dicht zou zijn genaderd. Ongeveer terzelfdertijd betraden enige officie ren van de staf van de Kr.C. het lokaal, waar zowel de telefooncentrales van het H.L.B. als de luchtverdedigingstelefooncentrale 'Rotterdam' waren geplaatst en deelden mee, dat generaal Nauta Pieter en zijn staf zouden vertrekken naar 's-Gra- venhage. De centralisten van de luchtverdedigingstelefooncentrale echter, wier dienst door de Kr ,C. werd geregeld, zouden vanzelfsprekend achter moeten blijven. Een van de officieren van de staf van de Kr.C. gaf dit personeel opdracht om de centrale tot het laatst toe te bedienen en deze eerst te vernielen, wanneer terugge trokken zou moeten worden1. Deze mededelingen, gevoegd bij de aan de centralisten van de luchtverdedigings centrale gegeven aanwijzingen, verhoogden de zenuwachtige stemming onder het gezamenlijke personeel in ernstige mate. Ook de Groeps-C. werd door een van de officieren van de staf van de Kr.C. ingelicht omtrent de voorgenomen verplaatsing van de commandopost. Om i15 gelastte een van de op het H.L.B. dienstdoende officieren het bedienings personeel der centrales om de overjas aan te trekken, de helm op te zetten en het gasmaker om te hangen. Aldus gekleed bediende het personeel daarna de verschil lende telefooncentrales, klaar voor een onmiddellijk vertrek. Dit vooral typeert nog eens temeer de zenuwachtige toestand en de gespannen sfeer, die er heerste. De manschappen wisten niet beter of de vijand was de Coolsingel reeds genaderd. Kapitein Casteleyn belde de Kant.C. op om te informeren, wat er waar was van de geruchten omtrent het doordringen van de vijand tot de Coolsingel. Kolonel Scharroo achtte het gerucht onwaarschijnlijk en beloofde een onderzoek te laten instellen. Even later belde hij terug en deelde mee, dat niets bekend was van een aanval in de richting van de Coolsingel. Omstreeks i .30 bereikte de spanning onder het personeel op het H.L.B. haar hoog tepunt, toen generaal Nauta Pieter en zijn staf via Gouda vertrokken naar 's-Gra venhage. Om 2.05 toen opnieuw een wild gerucht rondging dat de vijand langs de Tot dit doel zouden een aantal bijlen en breekijzers in een hoek van het lokaal zijn geplaatst. 585

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 47