BIJLAGE I 7 Model B. Machtiging tot vuuropening (Voor luchtdoelbestrijdingsmiddelen, welker werkingssfeer g*/^/ is gelegen buiten de stroken, waarin beperkt burgerluchtverkeer is toegestaan). I Het vuur wordt zowel overdag als 's nachts terstond en zonder voorafgaande waar schuwing geopend op alle luchtvaartuigen (luchtschepen, vliegtuigen, zweefvlieg tuigen en vrije ballons), welke zich boven Nederlands gebied bevinden, met uit zondering van: ie die, behorende tot de Kon. Ned. Marine of de Kon. Ned. Landmacht. 2e die, welke de in art. 18 van de Conventie van Genève van 1929 voorgeschreven kenmerken dragen (geheel wit zijn geschilderd en bovendien op duidelijk zichtbare wijze op hun onder- en bovenvlakken naast de nationale kleuren het rode-kruis teken dragen). 3e luchtvaartuigen, welke trachten te landen of welke klaarblijkelijk in nood ver keren. 4e luchtvaartuigen in welker nabijheid zich één of meer Ned. Militaire vliegtuigen bevinden. II Alle luchtdoelbestrijdingsmiddelen hebben te allen tijde machtiging tot vuuropening op alle luchtvaartuigen, welke met kennelijk vijandige bedoelingen optreden (schie ten, bommenwerpen, uitzetten van parachutisten), ook al is van een uitbreken van de oorlog hier te lande nog niets bekend. 's-Gravenhage, 10 April 1940. De Luitenant-Generaal, Commandant Luchtverdediging. 1033

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 507