BIJLAGE 40 Radio-rede van Generaal H.G. Winkelman, gehouden op dinsdag 14 mei 1940 na het staken der vijandelijkheden Nederlanders, Ik heb er prijs op gesteld, u persoonlijk een toelichting te geven bij het hoogst ernstige besluit, dat u reeds hedenavond hebt gehoord door de Nederlandsche radio. Wij hebben de wapens moeten neerleggen omdat het niet anders kon. Allen waren vastbesloten ons vaderland te verdedigen tot het uiterste. Welnu, ik, die als Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht alle berichten ontving, ik wist met volstrekte zekerheid, dat dit uiterste vandaag was bereikt. Onze soldaten hebben gestreden met een moed, die onvergetelijk zal blijven. Maar de strijd was te ongelijk; onze troepen stonden tegenover technische middelen waartegen de grootste menschelijke moed niet is opgewasschen. Bij duizenden zijn zij gevallen voor de vrijheid van Nederland. De luchtstrijdkrachten, waarover wij thans beschikken, zijn zoo minimaal, dat zij onze troepen te land nagenoeg niet meer bij de operatiën konden steunen. Tegen over de Duitsche overmacht in de lucht hadden ook onze andere afweermiddelen, zooals de luchtdoelartillerie, slechts een beperkte uitwerking, hoe dapper en be kwaam de luchtdoelbatterijen haar taak ook vervulden. Zoo stonden onze troepen bloot aan de vernietigende bombardementen van het Duitsche luchtwapen. En niet alleen zijOnder de burgerbevolking, onder vrouwen en kinderen, maak te de luchtoorlog tallooze slachtoffers. In ons dichtbevolkte land, met zijn vele steden, kan bij luchtbombardementen moeilijk worden onderscheiden tusschen militaire en niet-militaire objecten. Rotterdam, dat vanmiddag door de Duitsche luchtmacht werd gebombardeerd, heeft het droevig lot van den totalen oorlog ondergaan. Utrecht en andere groote bevolkingscentra zouden binnen zeer korten tijd dit lot met Rotterdam moeten deelen. Vrijwel geheel aangewezen op eigen kracht, waren wij niet in staat, ons land, onze burgerbevolking, voor dit geweld te behoeden. Het waren deze harde feiten, die mij noopten, mijn hoogst ernstig besluit te nemen: wij hebben den strijd gestaakt. Ik kan mij ten volle indenken, dat dit besluit voor vele Nederlanders schokkend is. Laten wij allen echter beseffen, dat ik op dit oogenblik de Nederlandsche Regee ring hier te lande vertegenwoordig en dat ik derhalve niet alleen gerechtigd, doch 1129

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 603