BIJLAGE 41
Proclamatie van generaal H.G. Winkelman van dinsdag 14 mei 1940,
waarin mededeling wordt gedaan van het staken van de strijd
Proclamatie aan de bevolking,
Duitschland heeft hedenmiddag Rotterdam gebombardeerd, terwijl Utrecht even
eens met vernietiging wordt bedreigd. Ter sparing van de burgerbevolking en ter
voorkoming van verder bloedvergieten, meen ik gerechtigd te zijn om aan de
daarvoor in aanmerking komende troepen het bevel te geven den strijd te staken.
Aan deze troepen is tevens opdracht gegeven om tot aankomst van de Duitsche
geregelde troepen de orde te handhaven en de daartoe noodige wapens en munitie
te houden. De strijd in Zeeland wordt nog voortgezet.
Ik breng met nadruk onder de aandacht van de bevolking dat alle tot nu toe gel
dende wettelijke bepalingen ter verzekering van de orde en de rust moeten
worden nageleefd en dat het militaire gezag ter plaatse bevoegd blijft tot het
oogenblik dat Duitsche troepen zullen zijn aangekomen.
Ik doe een beroep op de bevolking om door een waardige, ernstige, rustige hou
ding tijdens de bezetting die komen gaat, den eerbied van den vijand af te dwingen.
Door groote overmacht van de meest moderne middelen is hij er in geslaagd
onzen weerstand te breken. Wij hebben ons niets te verwijten gedurende dezen
oorlog. Uw houding en die van de troepen was rustig en vastberaden, Nederland
waardig. Behoudt deze houding, vergeet niet dat gij Nederlanders zijt en dat het
Koninkrijk der Nederlanden, al zal het moederland grootendeels door den vijand
worden bezet, niet heeft opgehouden te bestaan.
Aan het einde van den oorlog zal Nederland weder als zelfstandige, vrije natie
opstaan.
Leve Hare Majesteit de Koningin!
De Generaal,
Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht,
H.G. Winkelman.
Algemeen Hoofdkwartier, 14 Mei 1940.
1131