BIJLAGE 42 Proclamatie van H.M. de Koningin, gegeven uit Buckingham Palace te Londen op 14 mei 1940 Nadat volstrekt zeker was geworden, dat Wij en Onze Ministers in Nederland niet langer vrijelijk konden voortgaan met de uitoefening van het Staatsgezag, moest het harde, maar noodzakelijke besluit worden genomen, den zetel der Regeering te verplaatsen naar het buitenland voor zoo lang als onvermijdelijk en met de bedoeling ons terstond weer in Nederland te vestigen zoodra zulks maar eenigszins kan. De Regeering bevindt zich thans in Engeland. Zij wenscht een Regeeringscapitu- latie te voorkomen. Daarbij blijft het Nederlandsche grondgebied, dat in Neder- landsche handen blijft, in Europa zoowel als in Oost- en West-Indië, één souve- reine Staat, die zijn stem, als volwaardig lid der Statengemeenschap en in het bijzonder in de beraadslagingen van de gezamenlijke bondgenooten zal blijven laten hooren en tot zijn recht zal weten te brengen. De Militaire Overheid, en in hoogste ressort de Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht beoordeelt thans welke maatregelen in militair opzicht noodig en ver antwoord zijn. Daar waar de overweldiger heerscht, moeten de plaatselijke burgerlijke Overheden alles blijven doen wat in het belang der bevolking nuttig kan zijn, en in de eerste plaats medewerken tot het bewaren van 01de en rust. Ons hart gaat uit naar Onze landgenooten in het vaderland, die harde tijden zullen doormaken. Maar Nederland zal zijn geheel Europeesche grondgebied éénmaal met Gods hulp herwinnen. Herinnert U rampen uit vroegere eeuwen, waaruit Nederland is herrezen. Zoo zal het ook ditmaal gaan. Dispereert niet. Doet allen wat u mogelijk is in 's lands welbegrepen belang. Wij doen het Onze. Leve het Vaderland w.g. Wilhelmina. 1132

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 606