De Luchtdoelartillerie
zij van 10.00 af posten plaatsen rond Maasdam. Bijzonderheden deden zich echter
niet voor.
's Middags ontving luitenant Van Halteren van kolonel Van Andel de opdracht om
- tezamen met de 6e Bt.Lu.A. - via Oud-Beijerland en Brielle af te marcheren
naar Maassluis en zich daar in verbinding te stellen met de Kr.C. Om 18.00 mar
cheerden de beide secties af. De opstoppingen op de smalle polderwegen en de ge
ringe capaciteit van de pontveren waren er de oorzaak van, dat van een normaal
in colonne rijden geen sprake kon zijn. Pas op 14 mei kwamen de beide secties om
2.15 te Maassluis aan, waar zij van de Kr.C. de opdracht ontvingen door te rijden
naar Loosduinen.
In de loop van de morgen van 14 mei ontving luitenant Van Halteren van de Kr.C.
het telefonisch bericht, dat beide secties waren ingedeeld bij de Luchtverdedigings-
groep Hoek van Holland. Nadat met de commandant van deze groep telefonisch
contact was verkregen, gaf deze bevel om de beide secties om 20.30 te verplaatsen
naar Hoek van Holland. In de namiddag ontving de commandant van de beide
secties echter bericht van het neerleggen van de wapens, waarna hij - in afwach
ting van nadere orders - voorlopig bleef legeren te Loosduinen.
De vijf secties van de Ille Zl.A.tl. stonden opgesteld van Slikkerveer tot even ten
westen van de Botlek, evenwijdig aan de Nieuwe Maas (zie de kaart no. 20).
De C.-IIIe Zl.A.tl., reserve kapitein ir. C.A. Lamberts, had zijn commandopost te
Rhoon. Even na 3.40 was hij getuige van het bombardement van het vliegpark
Waalhaven en de daarop volgende landing van valschermtroepen. Deze troepen
kwamen niet alleen neer in de omgeving van het vliegpark, doch ook in de Zegen
polder ten zuiden van Rhoon. Een met geweren en revolvers bewapende patrouille
ontdekte de plaats waar zij zich hadden genesteld, doch trad niet tegen hen op.
In de loop van de morgen bereikten zes Nederlandse militairen van Waalhaven de
commandopost van kapitein Lamberts en vertelden hem, wat er op Waalhaven
was voorgevallen.
Het uitvallen van zijn telefonische verbindingen bracht kapitein Lamberts in een
moeilijke positie. Hierdoor kon hij geen van zijn sectiecommandanten bereiken,
terwijl hij ook niets gewaar werd omtrent de algemeen militaire toestand. Per mo
torordonnans onderhield hij toen een verbinding met Pernis, vanwaar de Kr.C. te
lefonisch kon worden bereikt. Via deze verbinding verzocht hij het Hoofd van de
Sectie Verlichtingsdienst van de Kr.C. dringend om eventuele orders rechtstreeks
aan zijn sectiecommandanten te willen verstrekken.
In de voormiddag hield personeel van de afdeling bij Rhoon een auto aan van de
luchtdoelartillerie, die uit de richting Waalhaven was komen rijden en waarin zich
drie Duitse valschermjagers bleken te bevinden.
Er ontstond een vuurgevecht, waarbij één van de Duitsers sneuvelde en er één ont-
607