De Luchtdoelartillerie voortdurend aan met zijn boordwapens. Wonder boven wonder vielen er geen slachtoffers, niettegenstaande de projectielen vlak bij de bedieningen der vuurmon den en mitrailleurs insloegen. Het rondom het vuurleidingstoestel geplaatste proef model van een beschermingskast, bewees nu zijn doelmatigheid. Tenslotte ver dween het vliegtuig in noordelijke richting en stortte neer in de omgeving van Schipluiden. De vele geruchten omtrent valschermtroepen, die bij Schipluiden en Kethel ge land zouden zijn, noodzaakten kapitein 1 uijn posten te plaatsen op de wegen, die vandaar naar Vlaardinger-Ambacht leidden. Het legeringsver blijf van de batterij, de Julianaschool, lag namelijk bij de samenkomst van deze wegen. Bovendien stelde hij, op de herhaalde verzoeken van de burgemeesters van Vlaardingen en Vlaar dinger-Ambacht, personeel beschikbaar om assistentie te verlenen bij huiszoekingen, 's Avonds verzocht de C.-52e Pel.Lu.Mitr., dienstplichtig sergeant D. Kroon, 'zich onder bevel van de C.~3e Bt.Lu.A. te mogen stellen. Sedert de morgen had het pe loton geen verbinding meer met zijn G.G. te Pernis, terwijl ook de voedselvoorzie ning in het gedrang was gekomen. Het peloton, dat - ten zuiden van de batterij - stond opgesteld op het oude Matexterrein, had in de loop van de dag vermoedelijk twee vliegtuigen neergeschoten. Omstreeks 19.00 ontving sergeant Kroon van de Kr.C. de opdracht met zijn vier mitrailleurs het kruispunt Parallelweg-Maassluise- dijk te bezetten en dit punt en omgeving te verdedigen tegen plm. 70 valschermja gers. Deze valschermjagers zouden uit Maassluis in opmars zijn naar Vlaardingen. Tegen 21.30 voegde het 55e Pel.Lu.Mitr., dat van de andere oever was overgesto ken, zich bij het 52e Pel.Lu.Mitr. Luitenant Jansen, de nieuwe C.-i3e Gomp.Lu. Mitr., stak met zijn staf en keuken ongeveer een uur later naar de andere oever over. Hij was vanzelfsprekend aanvankelijk niet op de hoogte van het feit, dat het 52e en het 55e Pel.Lu.Mitr. waren ingezet voor de verdediging van de toegangswegen uit de richting Maassluis. Toen hij van deze beveiligingsopdracht vernam, nam hij contact op met de beide Pel.Cn. Omdat de berichten over de nadering van de vijandelijke troepen uit de richting Maassluis bleven aanhouden, liet hij - in samenwerking met personeel van de 4-Ve Zl.A.tl. - tevens de bruggen, het stationsemplacement en de toegangswegen bij het Handelsgebouw afsluiten. Aangezien geen enkel peloton op de grond contact kreeg met de vijand en ook het personeel van de 3e Bt.Lu.A. en van 4-Ve Zl.A.tl. geen vijand waarnam uit de richting Maassluis, moesten de berichten omtrent de nadering van vijandelijke valschermtroepen worden aangemerkt als het zoveelste gerucht1. Het was bekend, dat in de Staalduinen, ten oosten van Hoek van Holland, zich valschermjagers bevonden. 611

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 73