De Luchtdoelartillerie
's Middags wierp een bommenwerper 16 bommen af, die neerkwamen in de om
geving van de commandopost en het peloton Keilestraat. Enige loodsen, waaron
der een grote loods met hooi, vatten daarop vlam. Het personeel van het peloton
hielp bij het blussen van de branden. Ook ontstond er enige consternatie toen een
Engelse scheepskapitein, wiens schip met munitie was geladen, meedeelde dat hij
zijn schip in de lucht wilde laten vliegen.
Uit het luchtbombardement trok de afd.G. de conclusie, dat de opstelling van het
peloton Keilestraat de vijand bekend was geworden. In overleg met de Kr.G. en
de Kant.C. besloot hij niet alleen tot een stellingverandering, doch tevens tot her
stel van de oorspronkelijke groepering van drie pelotons van drie stukken. Het pe
loton te Vlaardingen behield zijn opstelling, het peloton Fordfabriek breidde hij
weer uit tot drie stukken, terwijl de andere drie stukken (twee stukken van de Keile
straat en één stuk van de Pelgrimstraat) werden opgesteld op een terrein bij de An
tennestraat, ten zuiden van de Mathenesserdijk. Van het innemen van de nieuwe
opstellingen gaf de Afd.C. 's nachts mondeling kennis aan de Kant.C., omdat hij
de telefoon geen betrouwbaar verbindingsmiddel meer achtte.
Vanuit de waarnemingspost op het Haka-gebouw nam de Afd.G. op deze dag gro
te activiteit waar op en bij het vliegpark Waalhaven. Onder meer gebruikte de vij
and de betonweg naar Pernis, aan de westzijde van het vliegpark, als start- en lan
dingsbaan. Hoewel hij al deze waarnemingen aan de betrokken artilleriecomman
dant doorgaf, nam de artillerie het vliegpark en de doelen daar buiten niet onder
vuur.
Voor 14 mei gelastte de Kant.C. algemeen alarm om 4.00. Kapitein Hoijer tracht
te tevergeefs inlichtingen te verkrijgen over de redenen, die tot dit alarm hadden
geleid. Later in de nacht vernam hij op het kantonnementsbureau dat valscherm
troepen, die bij Overschie geland zouden zijn1, door de Spaansche of Spangensche
Polder oprukten en dat het zeer moeilijk was hun opmars te stuiten. De Afd.G.
maakte zich over dit voor zijn afdeling dreigende gevaar zó ongerust, dat hij zijn
korpscommandant te 's-Gravenhage opbelde. Deze droeg hem op zo lang mogelijk
ter plaatse actief te blijven, doch niet het risico te nemen, dat zijn 14 stukken in
handen van de vijand zouden vallen. Bij een eventuele terugtocht, zou hij het beste
kunnen terugtrekken op 's-Gravenhage.
Met het geven van deze aanwijzingen overschreed de korpscommandant ongetwij
feld zijn bevoegdheden. Kapitein Hoijer stond immers tactisch onder de Kr.G. Hij
had de kapitein dan ook naar deze moeten verwijzen, vooral ook omdat hij de toe
stand ter plaatse niet kon beoordelen. Hier staat tegenover, dat van belangstelling
1 Men wist toen blijkbaar nog niet, dat dit de 'Groep Von Sponeck' was, die van Ockenburg op
Overschie was teruggetrokken.
618