De Luchtdoelartillerie
Bij de 78e Bt.Lu.A. had de commandant gedurende de nacht extra maatregelen
getroffen ter beveiliging van zijn batterij. Om aan het gemis van dekkingen tege
moet te komen, liet hij schuilplaatsen vervaardigen van spoorwegdwarsliggers en
met zand gevulde patroonkisten. Deze werkzaamheden, alsmede de extra be
veiligingsmaatregelen, eisten zoveel personeel dat nog slechts drie van de vier
stukken konden worden bemand.
In totaal gaf de batterij op 11 mei slechts 90 schoten af, omdat het merendeel der
vliegtuigen passeerde buiten schootsafstand. Ook op deze dag vielen vliegtuigen
herhaaldelijk met hun boordwapens de batterij aan, waardoor één man werd ge
wond.
Ook de 163e Bt.Lu.A. kreeg op 11 mei veel minder doelen onder schot. De vlieg
tuigen vlogen hoger dan op 10 mei en trachtten buiten bereik te blijven van het
luchtdoelgeschut. Zichtbare resultaten van het vuren werden dan ook niet waar
genomen. De werkzaamheden aan de dekkingen werden voortgezet. Overigens
was op deze dag slechts het stuk met de defecte richtmiddelen minder goed bruik
baar.
Als gevolg van de geringe activiteit in de lucht kon de 23e Bt.Lu.A. op 11 mei
slechts enkele keren het vuur openen en dan nog slechts op hoog vliegende toe
stellen. De Bt.C. kon geen resultaten van het vuren waarnemen. Hij liet de dek
kingen voltooien en stuurde van tijd tot tijd patrouilles uit naar de nabij gelegen
duinen, als voorzorgsmaatregel tegen een eventuele verrassing door valscherm
troepen.
Op 12 mei was de vijandelijke activiteit in de lucht gering. Bij de 14e Bt.Lu.A.
werd tegen 5.00 het vuur geopend op een aantal vliegtuigen, waarvan er ver
moedelijk één in zee stortte. Het tweede nog bruikbare stuk van de opgeheven 13e
Bt.Lu.A. werd aan de batterij toegevoegd, zodat deze nu dus uit vier stukken be
stond. Ook rond dit vierde stuk liet de Bt.C. een dekking aanbrengen, waarna de
gehele batterij voldoende beschermd was.
Ook de 78e Bt.Lu.A. kreeg slechts enige malen gelegenheid tot vuuropening. In
totaal werden dan ook maar 69 projectielen verschoten.
Bij de 163e Bt.Lu.A. verliep de dag vrij rustig. Slechts een gering aantal vlieg
tuigen kwam binnen vuurbereik. Zodra dit echter het geval was, werd onmiddel
lijk het vuur geopend, 's Avonds ontving de Bt.C. aanvulling van personeel voor
de op 10 mei geleden verliezen aan gewonden.
De 23e Bt.Lu.A. vuurde in de loop van de morgen een aantal malen op vlieg
tuigen, die op grote hoogte over de batterij vlogen. In het begin van de middag
nam de batterij bezetting tussen de batterij en Ockenburg de landing waar van on
geveer dertig valschermjagers. De Bt.C. alarmeerde onmiddellijk al zijn personeel
om te kunnen voorzien in de nabijverdediging. Enkele uren later ontving hij van
625