De Luchtdoelartillerie zachte bodem alvorens te exploderen, waardoor de uitwerking werd gesmoord, 's Middags kreeg luitenant Vlietstra de beschikking over de twee organieke mi trailleurs, doch toen was er voor deze wapens geen taak meer. Niet alleen ont ving hij vrij spoedig het bericht dat de wapens moesten worden neergelegd, maar de mitrailleurs waren bovendien afgeleverd zonder de bijbehorende munitie. De luchtdoelbestrijdingsmiddelen, die in de bebouwde kom van 's-Gravenhage stonden, waren als volgt opgesteld de 164e Bt.Lu.A.: op het V.U.C.-voetbalstadion; het $je Pel.Lu.Mitr.: op het dak van de Rotterdamse Bankvereniging aan de Kneu terdijk; het 58e Pel.Lu.Mitr.: op het dak van de Academie voor Beeldende Kunsten aan de Prinsessegracht het 62e en het 63e Pel.Lu.Mitr.: bij het radiozendstation Scheveningen-haven; het 3-ie Comp.Lu.Mitr.: zoals reeds eerder werd vermeld, werd dit peloton op 10 mei verplaatst van Wassenaar naar het dak van het P.T.T.-gebouw in de Zee straat, waar het omstreeks 13.00 in stelling stond het ie Pel.Lad. 's-Gravenhage: op het dak van het telefoongebouw in de Marnix- straat; het 2e Pel.Lad. 's-Gravenhage: op de daken van de gebouwen van de elektrische centrale het 3e Pel.Lad. 's-Gravenhage: in de Wegastraat bij de gasfabriek, aan de Trek- vliet, en het 4e Pel. Lad. 's-Gravenhage: twee vuurmonden stonden in stelling op het open terrein tussen de Tapijtweg en de Van Alkemadelaan. De drie overige vuurmon den waren in reserve gehouden en stonden gedekt opgesteld bij de commandopost van het 3e Pel. (c.q. Afd. C.) in de Tapijtweg. Evenals de 23e, de 78e en de 163e Bt.Lu.A., was ook de 164e Bt.Lu.A. pas op 8 mei ter beschikking gekomen uit het Depot Luchtdoelartillerie. Zij stond onder bevel van tweede-luitenant J. bij de Vaate. Op grond van de luchtwachtberichten alarmeerde deze op 10 mei zijn batterij reeds om 2.00. Bij het aanbreken van de dag nam hij een groot aantal vliegtuigen waar, doch deze waren buiten schootsbereik en koersten hoofdzakelijk boven Voorburg en Ypenburg. 628

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 92