De Luchtdoelartillerie Na ontvangst van de luchtwachtmelding, dat valschermtroepen zouden zijn ge land te Voorburg, verzocht de Bt.C. aan de commandant van de in de nabijheid gelegerde infanterie om een dekkingsdetachement, welk verzoek door deze com mandant onmiddellijk werd ingewilligd. Om 5.15 opende de batterij het vuur op drie transportvliegtuigen, die op plm. 1 500 m hoogte over de batterij vlogen. Het middelste vliegtuig kreeg een treffer in het hoogteroer, maar vloog door. Om 5.30 verscheen uit dezelfde richting weer een transportvliegtuig, doch thans op geringe hoogte. Opnieuw liet de Bt.C. het vuur openen en meerdere granaten troffen het toestel, dat in brand raakte. In vlammen gehuld scheerde het over de daken van het Bezuidenhout, verloor een vleugel, die op het Louise de Coligny- plein neerkwam en stortte daarna 200 m verder brandend neer in de 2e Adel- heidstraat,op 80 m afstand van het C.L.B. Onmiddellijk sloegen aan alle kanten de vlammen eruit. Toen de brandweer met twee motorspuiten het vuur had ge blust, vond personeel van het C.L.B. verschillende niet-verbrande kaarten en orders in het vliegtuig. De C.-Lvd. kon tegen 5.45 deze bescheiden reeds bestuderen en daardoor tijdig kennis nemen van het vijandelijke plan tot verovering van Ypenburg, Valkenburg en Ockenburg, teneinde van deze punten uit 's-Graven- hage te bezetten. De oorlog was dus nog geen twee uren aan de gang of de C.-Lvd. was reeds op de hoogte van een deel van het vijandelijk operatieplan, dat hem dank zij het succes van de 164e Bt.Lu.A. in handen was gevallen1. Een kwartier later vloog een transportvliegtuig recht over de batterij. Ook dit vliegtuig kreeg meerdere treffers en vloog in brand. Tot geluk van de vele om wonenden stortte het in het Haagse Bos neer. Om 8.15 vielen drie vijandelijke vliegtuigen met hun boordwapens de batterij aan. Zij scheelden laag over de huizen, waardoor het de Bt.C. niet mogelijk was het vuur op hen te doen openen, wilde hij althans niet de huizen met hun bewoners treffen. Hij commandeerde daarom 'dekken'. De batterij stond echter ongedekt opgesteld op het sportterrein. Het resultaat van deze aanval was dan ook, dat twee bedieningsmanschappen van de afstandmeter en zes bedieningsmanschappen van een der stukken werden gewond en één infanterist van het dekkingsdetachement sneuvelde. Bovendien beschadigde het vijandelijk vuur een van de stukken zo- danig, dat het voorlopig niet meer te gebruiken was. Toen na 10.00 geen vijandelijke vliegtuigen meer binnen het vuurbereik van de batterij kwamen, het de Bt.C. dekkingsgeulen graven, waarbij het infanterie- detachement behulpzaam was. Ook de C.-78e Bt.Lu.A. meldde, dat zijn batterij dit vliegtuig had neergeschoten. 629

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 93