633 De Luchtdoelartillerie heid verschillende vuurstoten af te geven. Het 62e peloton wist daarbij twee vliegtuigen te treffen, echter zonder zichtbaar resultaat. Toen in de vooravond het bericht van het neerleggen van de wapens door de Pel.Cn. werd ontvangen, had het 62e Pel.Lu.Mitr. in totaal ongeveer 6 000 patronen en het 63e Pel.Lu.Mitr. ongeveer 1 500 patronen verschoten. Bij de vijf pelotons van de Afd.'s-Gravenhage van het V.L.K.Lad. deden zich op 14 mei geen bijzonderheden voor. Kort na 6.30 meldde zich bij de Afd.G. de uit Rotterdam teruggetrokken Afd. Rotterdam van het V.L.K.Lad. In de loop van de dag verkende de Afd.C. voor een aantal stukken van deze teruggetrokken af deling stellingen bij het radiozendstation Scheveningen-haven, doch kort daarop besliste de G.-Lvd. dat de afdeling in de nacht van 14 op 15 mei naar Rotterdam zou terugkeren. Toen bekend werd dat de wapens moesten worden neergelegd, vond deze terugkeer vanzelfsprekend geen doorgang. Het personeel van de rond het complex 's-Gravenhage-Wassenaar-Delft opge stelde zeven zoeklichtsecties van de Vile en de Xe Zl.A.tl. was gedurende de vijf gevechtsdagen nauw betrokken bij de strijd tegen de gelande vijandelijke val scherm- en luchtlandingstroepen. In het zeer summiere verslag van de C.-VIIe Zl.A.tl., reserve kapitein ir. F.J. Ribbius, zijn de verschillende gevechtsacties niet of onvoldoende vermeld, zodat van deze acties slechts een zeer algemeen beeld kan worden gegeven. Op 10 mei nam het zoeklichtpersoneel deel aan een actie bij Pijnacker, waarbij 40 Duitsers werden gevangen genomen. In de nacht van 11 op 12 mei was het personeel van de i-VIIe Zl.A.tl. betrokken bij het afslaan van een overval op het stafkwartier van de Groep 's-Gravenhage van het Westfront-Vesting Holland te Wateringen. Door vijandelijk vuur verloor de afdeling drie man aan gesneuvelden, terwijl één man door vuur van eigen troepen werd gedood. Bij de Xe Zl.A.tl., onder bevel van reserve kapitein ir. P.G. Zaaijer, die met haar drie secties stond opgesteld ten noorden en ten westen van 's-Gravenhage, deden zich geen gevechtshandelingen voor. Door de sectiecommandanten waren gedurende de gevechtsdagen extra voorzorgen genomen tegen verrassende over vallen van gelande valscherm- en luchtlandingstroepen, waarbij infanteriede- tachementen voorzagen in de bescherming. De afdeling leed geen verliezen. 6 De gevechtshandelingen van de luchtdoelbestrijdingsmiddelen, die waren opge steld bij Hoek van Holland en de vorming van de Luchtverdedigingsgroep van die naam (zie het kaartje P, in de tekst) Van de onderdelen der luchtdoelartillerie rest thans nog de 17e Bt.Lu.A., onder bevel van reserve eerste-luitenant Dr. G.B.R. de Graaff. Deze batterij stond op-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 97