634 De Luchtdoelartillerie gesteld in het duinterrein bij Hoek van Holland. Dit duinterrein had de Bt.C. doen besluiten om rond de vuurmonden dekkingen te laten vervaardigen en de vuurleidingsinstrumenten te laten ingraven. Als bekledingsmateriaal had een hoeveelheid gegolfd plaatijzer gediend, dat elders overcompleet was. Op 10 mei opende de batterij om 3.55 het vuur op een groep van elf Heinkel-He in bommenwerpers. Enige tijd later volgde een aantal transportvliegtuigen, die op geringe hoogte vlogen en boven het Staalduinse Bos, plm. 3 km ten oosten van Hoek van Holland, valschermtroepen uitwierpen. Tevens nam men in de batterij waar, dat vanuit vliegtuigen - met behulp van valschermen - mijnen werden gelegd in de Nieuwe Waterweg. Met slechts geringe tussenpozen vuurde de batterij tot ongeveer 12.00 door. Na dit tijdstip verminderde de activiteit in de lucht aanmerkelijk en gaf de batterij slechts zo nu en dan vuur af. In totaal verschoot de batterij op 10 mei plm. 350 granaten. Op 11 mei was de activiteit van de vijand in de lucht aanzienlijk geringer dan op de voorafgaande dag. De vijandelijke vliegtuigen, die zich vertoonden, ontweken de batterij of vlogen dermate hoog, dat zij buiten vuurbereik bleven. Het aantal verschoten projectielen op deze dag bedroeg dan ook slechts 60. Tegen 14.00 nam de Bt.C. waar dat in de richting van Monster valschermtroepen daalden1. Tijdens de morgenuren van 12 mei vielen op onregelmatige tijdstippen vijande lijke vliegtuigen zonder succes met mitrailleurvuur de batterij aan. Tegen de avond bombardeerde een Duits vliegtuig de z.g. Harwich-steiger, waar een aan tal oorlogsschepen lag gemeerd. In de loop van de dag nam men in de batterij Britse vliegtuigen waar, die langs de kust patrouilleerden en boven de batterij op stelling cirkelden. In totaal verschoot de batterij deze dag plm. 100 brisantgra- naten. Gedurende de ochtenduren van 13 mei was de vijandelijke activiteit in de lucht vrij gering. Om 9.00 ontving luitenant De Graaff van de C.-Lvd. telefonisch het bevel, dat zijn batterij van dat ogenblik af onder de bevelen stond van de G.-Lvd. Gr. Hoek van Holland. Als zodanig was aangewezen majoor D. de Leeuw. Deze Lvd.Gr. was nieuw opgericht en behalve de 17e Bt.Lu.A. zouden de 23e en de 163e Bt.Lu.A., alsmede het i-ie Comp.Lu.Mitr. deel uitmaken van deze groep. Zoals men op de vorige bladzijden heeft kunnen lezen, ontvingen de Cn.-23e en 163e Bt.Lu.A. rechtstreeks van de G.-Lvd. orders om onverwijld af te mar- 1 Ook deze 'dropping' was van materiële aard (containers met voedsel, e.d.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 98