De gevechtshandelingen van de luchtdoel- bestrij dingsmiddelen 553 HOOFDSTUK VI i DE DRIE LUCHTVERDEDIGINGSKRINGEN a Algemeen De commandanten van de drie luchtverdedigingskringen waren door de C.-Lvd. voorzien van een oorlogsinstructie, die als volgt luidde Algemene instructie voor de commandant van een luchtverdedigingskring voor ge val van oproeping van personeel wegens buitengewone omstandigheden, anders dan oorlog of oorlogsgevaar, ter verzekering van de uitwendige veiligheid, alsmede voor geval van mobilisatie oorlogsinstructie Artikel i Deze instructie treedt onmiddellijk na de verzending van telegram Q1 c.q. telegram B2 in werking en zal weder buiten werking worden gesteld op een nader door de Chef van de Generale Staf of door de Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht te bepalen tijdstip. 1 De tekst van dit telegram luidde 'Buitengewone oproeping uitwendige veiligheid. Personeel aangewezen voor buitengewone op roeping uitwendige veiligheid met spoed opkomen. Machtiging artikel 33 Inkwartieringswet ver leend. Ministerie van Defensie'. Aan dit telegram ging een waarschuwingstelegram vooraf, het z.g. telegram P. 2 De tekst van dit telegram luidde 'Vóórmobilisatie. Opkomstdag Machtiging artikel 33 Inkwartieringswet verleend. Staat van Oorlog. Staat van Beleg. Ministerie van Defensie'.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 9