Algemene oriëntering Als gevolg van de Duitse inval in Denemarken en Noorwegen ontstonden er op 9 april 1940 grote politieke en militaire spanningen. De door de Duitsers behaalde successen lieten duidelijk zien, wat er in zeer korte tijd was te bereiken met de ver rassende inzet van betrekkelijk kleine eenheden valscherm- en luchtlandings troepen. Toen er op deze dag bij het Algemeen Hoofdkwartier bovendien zeer verontrusten de berichten binnenkwamen, liet de O.L.Z. om 16.45 het bericht uitgaan, dat nog in de komende nacht rekening moest worden gehouden met de mogelijkheid van een Duitse aanval op Nederland. In verband met de zeer gespannen toestand gaf de G.-Lvd. aan al zijn onderdelen, die voor handhaving van de neutraliteit tijdelijk in Friesland en Noord-Brabant waren gestationeerd, het bevel om onverwijld terug te keren naar hun oorspronke lijke opstellingsplaatsen in en om het hart des lands. Op grond van dit bevel verplaatsten deze onderdelen zich als volgt a de 2e Ja. V. A. (2-II-1 Lv.R.) vertrok van het vliegpark Eelde naar Schiphol, maar diende er rekening mede te houden dat zij zich - desgewenst - vandaar moest kun nen verplaatsen naar Buiksloot, indien op dit hulpvliegveld kon worden geland b de ie Ja.V.A. (1-II-1 Lv.R.) ontruimde het vliegpark Teuge en vertrok naar Schiphol. Op 10 april werd dit onderdeel weer verplaatst naar het vliegpark De Kooy c de IVe Verkenningsgroep (IV-2 Lv.R.) en de 5e Comp.Bew.Tr. ontruimden het vliegpark Eindhoven en vertrokken naar het vliegpark Haamstede d de Ille Verkenningsgroep (III-2 Lv.R.) en de 4e Comp.Bew.Tr. ontruimden het vliegpark Gilze-Rijen en verplaatsten zich naar het vliegpark Ruigenhoek; e de ie Ja.V.A. van de Jachtgroep van het Veldleger (1-V-2 Lv.R.) tenslotte, ver plaatste zich van het vliegpark Eindhoven naar het vliegpark Ypenburg. Voorts gelastte de C.-Lvd. de mobilisatie van de verschillende afdelingen van het V.L.K.Lad., alsmede het treffen van voorbereidingen voor het onbruikbaar maken van verschillende vliegparken. Voor de bestrijding van valschermtroepen stelde de O.L.Z. de 5e en 6e Compagnie Politietroepen te Amsterdam, alsmede de 7e Compagnie Politietroepen en de mo- torverkeersbrigade (sterkte plm. 50 man) te 's-Gravenhage, onder de bevelen van de Commandant van de Vesting Holland (C.-Vg.H.), waarbij hij er diens aan dacht op vestigde, dat de Garnizoenscommandant te 's-Gravenhage de beschik king had over twee eskadrons huzarenmotorrijders. De Inspecteur der Infanterie die alle infanteriedepots onder zijn bevelen had, regelde in zijn brief van 13 april 1940, no. 43 Z.G., de gewapende bijstand, die eventueel door het personeel der depots moest worden verleend. Hij schreef hierin o.m. 99

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 113