Algemene oriëntering
indien onmiddellijke hulpverlening geboden is, moet aan de
aanvrage onverwijld worden voldaan
reeds thans zullen, waar dat mogelijk en gewenst mocht
blijken, de depotcommandanten ter uitvoering van het vorenstaande de
nodige voorbereidingen treffen en doen treffen in overleg met de com
mandanten, belast met de verdediging van terreingedeelten, waar of in
welker nabijheid de depots zijn gelegerd. Ik denk hierbij aan de Groeps
commandanten (Gr.Cn.) in de Vesting Holland en de commandanten
van naburige vliegvelden
Er vonden naar aanleiding van dit schrijven besprekingen plaats tussen depot- en
vliegparkcommandanten en er is, zoals hierna zal blijken, ook inderdaad tijdens de
gevechtsdagen op deze depottroepen een beroep gedaan.
Omdat de O.L.Z. omstreeks half april uit door hem van de G.-Lvd. ontvangen be
richten1 was gebleken, hoe gemakkelijk en met welk een brutaliteit de Duitsers zich
op 9 april 1940 van het vliegveld bij Oslo hadden meester gemaakt en vervolgens de
stad hadden bezet, besloot hij de verdediging van bepaalde vliegparken te ver
sterken en een aantal van deze parken tijdelijk dan wel permanent ongeschikt te
doen maken voor de landing van vliegtuigen. Hij liet daartoe op 20 april om 10.45
het volgende telex bevel uitgaan
o.l.z.
a hk
afd landmacht
sectie rom 1 b
no. 6 b
rom 1
ten aanzien van het versperren c.q. onbruikbaar maken van vlieg
velden, enz. bepaal ik het volgende
a alle vliegvelden enz. gelegen buiten de gebieden van c.z., c.vg.h. en
c.stg.hd. met uitzondering van het vliegpark soesterberg, het vliegveld
gilze-rijen en het vliegveld twenthe moeten door de zorg van c.v.,
t.b.z.l. of t.b.f. van een afdoende tijdelijke versperring worden voorzien
volgens aanwijzingen gegeven of nog te geven door de afdeling lucht
verdediging van mijn hoofdkwartier.
1 Het betreft hier o.m. de gegevens, verwerkt in een ooggetuigeverslag van de K.L.M.-vlieger
Evert van Dijk, die toevallig met zijn vliegtuig op het vliegveld van Oslo stond, toen de Duitse
overval daar begon.
100