Algemene oriëntering Lv.R. (de Jachtgroep van het Veldleger), waarvan de vliegtuigen in voorkomend geval onmiddellijk moesten kunnen opstijgen. Tengevolge van de kort daarop uitge broken oorlogshandelingen is deze brief alleen beantwoord door de G.V. Deze verzocht de C.-Lvd. bij schrijven, dd. 9 mei 1940, no. 317 Z.G., toen - in voorkomend geval - de volgende onderdelen rechtstreeks te willen alarmeren - het Hoofdkwartier van het Veldleger - de C.-Lvd.Kr. Utrecht/Soesterbergen - de C.-V-s Lv.R. Op 7 mei vaardigde de O.L.Z. om 13.00 het telex-bevel no. 8 B uit (zie bijlage no. 20), waarbij van één uur voor zonsondergang af tot nader bevel de verhoogde strijdvaar digheid werd gelast voor alle S.B.-troepen, behalve in het gebied van a de C.-Ill L.K. op het zuidfront; b de CZop het zuidfront en c deT.B.O. op de westelijke IJsseloever ten noorden van Zutphen. Tevens werd in dit telex-bericht aan de C.-Lvd. verzocht om namens de O.L.Z. be velen te geven, betreffende de verhoging van de strijdvaardigheid van de bewakings troepen op alle vliegvelden. Ter voldoening aan dit verzoek en mede op grond van inmiddels binnengekomen berichten, gaf de C.-Lvd. op 7 mei achtereenvolgens o.m. de volgende bevelen uit; No. 9 B (per telefoon of telex) om 14.20. Aan alle betrokkenen 'Gereed maken voor volledige graad van strijdvaardigheid. Geen be wegingsvrijheid meer verlenen, onverwijld alle verloven intrekken, met uitzondering van weermachtsindustrieverloven'. No. 10 B (per telefoon of telex) om 14.50. AanT.B.F., T.B.O., T.B.Z.L., V.C. 'Reken op mogelijkheid spoedige vernieling vliegvelden, voorzover de voorbereiding daarvan reeds is gelast'. No. 11 B (per telefoon of telex) om 15.00. Aan alle betrokkenen Bewakingstroepen vliegparken op 8 mei van 1 uur vóór zonsopgang1 tot 9.00 hoogste graad van strijdvaardigheid. Daarna blijven de auto matische wapenen doorlopend in stelling en bezet. Vliegtuigen onverwijld verspreide opstelling innemen, bomuitrus- tingen aanbrengen. 1 Op 10 mei 1940 kwam de zon op om 4.15. 112

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 126