ie Luchtvaartregiment bleek uit de van weinig optimisme getuigende onderlinge gesprekken, dat de ernst van de situatie bekend was. Het bevel van de C.-Lvd. dat kort na i .00 binnenkwam en inhield, dat de vliegtuigen van de 2e Ja.V.A. en deBom.V.A. in plaats van 3.15 reeds om 3.00 voor onmiddellijk opstijgen gereed moesten staan, gaf voedsel aan de minder optimistische verwachtingen. Het 'groot alarm' dat de kapitein-toegevoegd van de C.-i Lv.R. gaf, viel toevallig samen met een 'algemeen alarm' in de Lvd.Kr. Amsterdam, in verband waarmee de vliegparkcommandant besloot óók voor het vliegpark een 'algemeen alarm' te gelasten. De sirene op de verkeerstoren werd in werking gesteld, terwijl boven dien met twee vrachtauto's - elk voorzien van een handsirene - op het vliegpark- complex af en aan werd gereden. Omstreeks 2.30 hief de C.-Lvd.Kr. Amsterdam voor zijn onderdelen het algemeen alaim op, doch voor het vliegpark werd de alarmtoestand door de vliegparkcom mandant gehandhaafd. Het geronk van talrijke van oost naar west overvliegende vliegtuigen was duidelijk hoorbaar en van de luchtwachtdienst kwamen nog steeds meldingen binnen omtrent overvliegende vliegtuigen van onbekende nationali teit. De oudste officier-toegevoegd belde namens de vliegparkcommandant het Co.Lvd. op en gaf uiting aan zijn ongerustheid. Op zijn vraag of de jachtvlieg tuigen mochten starten, ontving hij een positief'neen' ten antwoord. Intussen waren de motoren van de negen gevechtsgerede D XXI vliegtuigen van de 2e Ja.V.A., die langs de noordoostelijke zijde van het landingsterrein verspreid stonden opgesteld, reeds omstreeks 2.15 warm gedraaid. De negen gevechtsgerede T V toestellen van de Bom.V.A. werden tussen 2.30 en 3*00 uit de verspreide op stelling (aan de noordzijde van de rijksweg 's-Gravenhage-Amsterdam) naar het landingsterrein gerold en naast de D XXI vliegtuigen in de oostelijke hoek van het terrein opgesteld. Een aantal niet-gevechtsgerede G I ('Wasp') vliegtuigen bleef langs genoemde rijksweg staan. Even vóór 3.00 hadden de onderdelen, die waren aangewezen voor de verdediging van het vliegpark, hun opstellingen als volgt ingenomen Op het vliegpark, bestemd voor de binnenverdediging a 2-I-25 R.I. De compagnie bezette met tien lt.mitrs.1 opstellingen langs denoord en zuidoostelijke zijde van het vliegpark. Taak. de bestrijding van op het landingsterrein landende valschermtroepen en vijandelijke vliegtuigen. b M.C.-I-25 K-I- De acht zw.mitrs. van deze compagnie waren eveneens langs de noord- en zuidoostelij ke zij de van het vliegpark opges teld Taakals aangegeven bij 2-I-25 R.I. Organiek beschikte de compagnie over acht lt.mitrs.; de twee andere waren geleend van de Militaire Luchtvaart. 124

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 138