ie Luchtvaartregiment c Twee secties van 1-I-25 R.I., alsmede het 3e Pel.Paw. onder bevel van de C.-ie E.Paw, ritmeester H. Wilbrenninck, vormden de reserve voor de binnenverdedi- ging. De beide secties waren ongedekt opgesteld bij de Fokkerloods, terwijl de pant serwagens over een breed front een opstelling hadden ingenomen tegen de ge bouwen. De motormitrailleurgroep van het peloton vormde een rugdekking bij de K.L.M.-werkplaats. Taak: het bestrijden van een eventueel tussen de gebouwen doorgedrongen vijand, terwijl aan de pantserwagens tevens was opgedragen om eventueel op het landings terrein gelande vijandelijke vliegtuigen of valschermtroepen onder vuur te nemen. De onderdelen, die waren aangewezen voor de binnenverdediging, waren door de vliegparkcommandant gesteld onder de bevelen van de C.-I-25 R.I., de reserve majoor A.G. Cool,diezijn commandopost had gevestigd bij de Fokkerloods. De B.C. had ter vereenvoudiging van zijn bevelvoering een indeling in twee vakken gemaakt. De C.-2-I-25 R.I., res.kapitein G.M. Kramer, trad op als commandant van het linkervak en had zijn commandopost gevestigd bij de militaire hangar I, terwijl de oudste luitenant van de compagnie, reserve eerste-lui tenant J.G. Kief horst, was aangewezen als commandant van het rechtervak. De laatste had zijn commando post op het landingsterrein vóór de militaire hangar 3. De commandopost van de C.-M.C., reserve eerste-luitenant R.E.J. Eand, bevond zich in een schuilplaats achter de militaire hangars 2 t/m 6. Buiten het vliegpark, bestemd voor de buitenverdediging, waren opgesteld a 1-I-25 R.I. (min twee secties), onder bevel van reserve kapitein C. W. A. van Rinsum, die een stelling bezette bij de boerderij 'Hugo de Groot', ten noordwesten van het vliegpark, met front naar de rijksweg 's-Gravenhage-Amsterdam. Taakvuur uitbrengen in de richting van het vliegpark, alsmede de vliegtuigen be waken, die ten noorden van genoemde rijksweg verspreid stonden opgesteld, b 3-I-25 R.F, onder bevel van reserve kapitein H. van Kregten, die met zijn vier secties de vier hoekpunten van het vliegpark bezette. De compagnie, die organiek over acht lichte mitrailleurs beschikte, was versterkt met drie lichte mitrailleurs van de Militaire Fuchtvaart. Taak: het doordringen van vijandelijke strijdkrachten of kwaadwilligen tot het vliegpark beletten. Wanneer deze uit de richting Amstelveen zouden naderen, had de compagnie tot taak de Schipholbrug te openen. c Het 4e Pel.Paw., de halve motormitrailleurgroep van het peloton1 en een sectie infanterie zonder lichte mitrailleurs2, die stonden opgesteld op de Meerdijk, plm. 1 De andere helft van de motormitrailleurgroep was belast met de bescherming van de Adm. Groep en de trein van het eskadron te Badhoevedorp. 2 Deze tot een sectie geformeerde geweerdragenden waren vermoedelijk afkomstig van 3-I-25 R.I. 126

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 140