ie Luchtvaartregiment De luchtdoelbestrijdingsmiddelen Van de tot de Lvd.Kr. Amsterdam behorende luchtdoelbestrijdingsmiddelen wa ren de volgende batterijen en pelotons op of bij het vliegpark opgesteld a de 161e Bt.Lu.A. (3 stukken van 4 tl.), onder bevel van reserve eerste-luitenant M. J. Koeken, 400 m ten zuidoosten van de noordelijke punt van het landingster rein; b het 19e Pel.Lu.Mitr. (2 stukken van 2 tl. no. 2 en 4 mitrs. M.25) aan de noord oostelijke zijde van het vliegpark, plm. 300 m ten noordwesten van de Schipholbrug c het 16e Pel.Lu.Mitr. (2 stukken van 2 tl. no. 2 en 4 mitrs. M.25) aan de oostelijke zij de van de Ringvaart tegenover de hoofdingang van het vliegpark d het 17e Pel.Lu.Mitr. (4mitrs. M.25) na-bij de zuidelijke punt van het landings terreinen e de 8e Bt.Lu.A. (3stukkenvan7.5tl.no. 1), onder bevel van reserve eerste-luite nant A. H. Bosscher, plm. 2-| km ten zuidoosten van het vliegpark, bij het dorp Bo venkerk. Commandoposten De commandopost van de C.-x Lv.R. was gevestigd in Huize'Kraaijveld' endievan de vliegparkcommandant in het stationsgebouw. De commandopost van de C.-I-i Lv.R. bevond zich in een woning aan de Schipholweg bij de kazerne, terwijl de com mandoposten van de C.-2-I-1 Lv.R. (Bom.V.A.) en de C.-2-II-1 Lv.R. (2eJa.V.A.) respectievelijk waren gevestigd in de militaire hangars 1 en 3. Er waren voorberei dingen getroffen voor de verplaatsing - in geval van oorlog van de commandopos ten van de C.-i Lv.R. en van de vliegparkcommandant naar Badhoevedorp. Zoals hierna zal blijken werden deze commandoposten in de loop van de morgen van 1 o mei ook inderdaad aldaar gevestigd. De plaats van de commandoposten van de voor de binnenverdediging aangewezen commandanten zijn hiervoren reeds ver meld; die van de commandanten van 1- en 3-I-25 R.I. waren respectievelijk geves tigd in de boerderijen 'Hugo de Groot' en 'de Eersteling'. De aard van de opstellingen De ligging van het landingsterrein in de Haarlemmermeerpolder op 4 m beneden N.A.P. dwong tot het bouwen van gevechtsopstellingen in ophoging. Bovendien vormden het afwateringsstelsel van het landingsterrein, alsmede de vele aanwezige leidingen en kabels een ernstig beletsel voor graafwerk. Vóór de aankomst van I-25 R.I. was er op het vliegpark weinig aan de aanleg van gevechtsopstellingen gedaan en dat niet alleen om de daaraan verbonden hoge kosten, maar ook omdat de bouw van 129

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 143