ie Luchtvaartregiment T V vliegtuigen van de Bom.V.A.1. Toen het laatste, op de linkervleugel opgestelde T V vliegtuig, no. 859, wilde starten, ontploften een aantal bommen in zijn onmid dellijke omgeving, waardoor het zodanig werd beschadigd, dat de bemanning het overhaast moest verlaten. Zodra de D XXI'n op hoogte waren, bonden zij de strijd met de vijandelijke vliegtui gen aan. Ook de rond het vliegpark opgestelde luchtdoelbestrijdingsmiddelen openden het vuur op de aanvallers. De eerste Duitse toestellen bombardeerden de kazerne en het huizencomplex bij de oostelijke hoek van het vliegpark, waarbij de kazerne reeds dadelijk enige voltreffers kreeg en in brand raakte. Deze eerste aanval werd met korte tussenpozen gevolgd door uit verschillende richtingen in scheer- en duikvlucht uitgevoerde bomaanval len. Zij waren in hoofdzaak gemunt op de gebouwen en hangars langs de zuidooste lijke zijde van het vliegpark en op verschillende objecten, die langs de Spaarn- wouderdwarsweg en Schipholweg (Rijksradiostation, opstellingen van de luchtdoel bestrijdingsmiddelen, het kazernecomplex en het munitiemagazijn) waren gelegen. Het landingsterrein zelf en de startbanen werden door de vijand gespaard. De bombardementen werden afgewisseld met mitrailleuraanvallen. Ook de jacht vliegtuigen, die de bommenwerpers escorteerden, vielen met hun mitrailleurs en 2 cm kanonnen de talrijke, zich aan hen voordoende doelen op de grond aan. Tijdens het bombardement kwam een motorspuit van de Amsterdamse brandweer het vliegpark opgereden om de in een der grote hangars uitgebroken brand te blus sen. Ondanks het bombardement en de beschietingen begon het brandweerperso neel met het blussingswerk, doch het gaf zijn poging de brand meester te worden op, toen enige brandweerlieden door bomscherven dodelijk werden getroffen. Ook in de militaire hangar I was brand uitgebroken, die dreigde over te slaan naar hangar II, waarin de gehele bommen- en munitievoorraad van de Bom. V.A. was opgeslagen. Bij het blussen van deze brand onderscheidden zich in het bijzonder de hangarchef van de Bom.V.A., opzichter 3e klasse (sergeant-majoor) A. van Andel en sergeant-majoor-vlieger A. J. G. Oostindië. De sergeant-werktuigkundige H. K. Jansen onderscheidde zich door tijdens het bombardement zijn schuilplaats te ver laten om de hoofdkraan van de waterleiding af te sluiten en de hoofdschakelaar van het elektrische licht om te draaien, bij welke verrichtingen hij ongelukkigerwijze sneuvelde. Intussen poogden de officieren van gezondheid Dr. K. M. Slotboom, F. H. Pruijs en A. B. Runsink, daarbij geholpen door enige militairen, zoveel mogelijk personeel uit Zie voor de vliegers van de negen D XXI toestellen de bijlage no. 23 en voor de bemanningen van de acht T V vliegtuigen de bijlage no. 21 J33

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 147