:34
ie Luchtvaartregiment
de brandende kazerne te redden. Aan hun kordaat optreden was het te danken, dat
bij deze brand slechts weinig slachtoffers waren te betreuren. De officier van ge
zondheid Runsink werd echter ernstig gewond tijdens het reddingswerk.
Met behulp van een militaire brandblusauto trachtten enige militairen de kazerne-
brand te blussen, doch zij stonden voor een hopeloze taak.
Gedurende het bombardement en de beschietingen bleven de centralist van de mili
taire centraalpost, de dpi. korporaal C. L. Odijk, alsmede de radiotelegrafist van het
vaste militaire radiostation, de sergeant-vliegtuigmaker S.Roos, op hun post. Zoals
reeds eerder werd vermeld, waren de centraalpost en het radiostation gelegen
binnen de omwalling van het munitiemagazijn. Ofschoon deze omwalling door
een drietal bommen werd getroffen en bij een van de munitiegebouwen een zware
bom insloeg, die gelukkig niet ontplofte, bleven zij hun toestellen bedienen. Dank
zij hun grote plichtsbetrachting bleven de telefonische verbindingen van het
vliegpark - voorzover althans niet verbroken - alsmede de radioverbindingen met
de T.V. vliegtuigen tijdens het bombardement intact. Ook het aan de Spaarnwou-
derdwarsweg gelegen Rijksradiostation werd door bommenwerpers aangevallen,
doch niet getroffen.
De aanval op het vliegpark, die in verschillende golven werd uitgevoerd, duurde bij
na twee uren. De vijand wierp geen valschermtroepen uit en deed ook geen poging
om met transportvliegtuigen op het vliegpark te landen.
Tijdens de aanval had de oudste toegevoegd officier van de vliegparkcommandant
de C.-Lvd. telefonisch ervan in kennis gesteld, dat het vliegpark een zware aanval
onderging, doch dat de bemanningen van de D XXI en de T V vliegtuigen er nog
in waren geslaagd om van het vliegpark te starten, voordat de aanval losbarstte.
Toen de vijandelijke actie was geëindigd, namen de vliegparkcommandant en de
officieren van zijn staf de toestand ter plaatse op, waarna de C.-Lvd. telefonisch om
trent de aangerichte schade werd ingelicht.
De gevolgen van de Duitse luchtaanval op het vliegpark
De kazerne was totaal vernield en uitgebrand. De in de nabijheid gelegen particu
liere woningen, die ten dele in gebruik waren genomen voor de legering van tot het
vliegpark behorende onderdelen, waren zeer zwaar beschadigdsommige van deze
huizen waren door voltreffers of door brand herschapen in ruïnes, die een trooste
loze aanblik boden.
De K.L.M.-cantine bij de hoofdingang van het vliegpark had hetzelfde lot onder
gaan als de kazerne.
De vijf houten militaire hangars in de oostelijke hoek van het vliegpark, alsmede het
stationsgebouw met restaurant, hadden slechts glasschade opgelopen. De op het
betonnen platform bij het stationsgebouw geparkeerde T V, no. 860, brandde